Opbouw en werking van de basismachine
5.15.1
Vulpeilindicatie aan de machine
De vulpeilindicatie geeft de inhoud [l] van de
spuitvloeistoftank aan.
Het vulpeil aan de machine wordt
•
elektronisch (Afb. 55/1)(optie)
•
mechanisch (Afb. 55/2)
weergegeven.
5.15.2
Roerwerken
De veldspuit heeft een hoofdroerwerk en een
hulproerwerk. Beide roerwerken zijn uitgevoerd
als hydraulische roerwerk. Het hulproerwerk is
tegelijkertijd gecombineerd met de drukfilter-
spoeling voor het zelfreinigend drukfilter.
Een eigen roerwerkpomp voedt het hoofdroer-
werk. De voeding van het hulproerwerk wordt
geregeld via de werkpomp.
De ingeschakelde roerwerken mengen de spuit-
vloeistof in de spuitvloeistoftank en zorgen voor
een homogene spuitvloeistof. De roercapaciteit
kan traploos worden ingesteld.
De roercapaciteit wordt ingesteld
•
bij de omschakelkraan
roerwerk met de instelkraan.
•
bij de omschakelkraan
werk met de instelkraan.
Het betreffende roerwerk staat uitgeschakeld in
0
de stand
van de instelkraan.
De grootste roercapaciteit is voorhanden in
1
stand
.
Beveiliging voor de aftapfunctie van het drukfilter
(Afb. 56/2).
86
H
voor het hoofd-
I
voor het hulproer-
Afb. 55
Afb. 56
UX Super BAG0054.10 11.16