Opbouw en werking van de basismachine
5.29
Bedieningsterminal
Via de bedieningsterminal volgt:
•
invoer van de machinespecifieke gegevens.
•
de gegevens van de opdracht invoeren;
•
de aansturing van de veldspuit voor het
veranderen van de dosering bij het spuiten.
•
bediening van alle functies aan de spuitbo-
men.
•
bediening van de speciale functies.
•
de bewaking van de veldspuit tijdens het
spuiten.
De bedieningsterminal stuurt een jobcomputer
aan. Hierbij ontvangt de jobcomputer alle nood-
zakelijke informatie en verzorgt de oppervlakte-
gerelateerde regeling van de hoeveelheid [l/ha]
afhankelijk van de ingevoerde hoeveelheid (in-
gestelde hoeveelheid) en de momentele rijsnel-
heid [km/h].
Zie de handleiding van de software
ISOBUS.
AMASPRAY
5.30
+
De AMASPRAY
is aan de veldspuit als
volautomatisch regelapparaat inzetbaar. Het
toestel voert een oppervlakteafhankelijke rege-
ling van de spreidingshoeveelheid, afhankelijk
van de actuele snelheid en de werkbreedte, uit.
Het bepalen van de actuele spreidingshoeveel-
heid, snelheid, bewerkt oppervlak, totaal opper-
vlak, uitgebrachte hoeveelheid alsook totale
hoeveelheid, werktijd en het afgelegde traject
wordt permanent uitgevoerd.
Zie ook bedieningshandleiding
AMASPRAY
102
+
+
!
Afb. 87
Afb. 88
UX Super BAG0054.10 11.16