Werken met de machine
10.5.9
Reiniging van de spuit bij een gevulde tank (werkonderbreking)
1. Pomp onderbreken.
H, I
2. Roerwerk(en)
3. Handbediening zuigarmatuur
.
4. Start de pomp, stel het pomptoerental in op
450 min-1.
Zonder DUS:
5. Minimaal 50 liter spoelwater tijdens de rit op
een onbehandeld oppervlak brengen.
→
Spuit wordt met spoelwater gereinigd.
•
Tank, roerwerken zijn niet gereinigd!
•
De vloeistofconcentratie in de tank is
ongewijzigd.
Met DUS:
→
Spuit wordt met spoelwater gereinigd. Hier-
voor twee liter spoelwater per meter werk-
breedte gebruiken (niveau bewaken).
6. Kortstondig spuiten inschakelen.
→
Sproeidoppen worden gespoeld.
7. Direct pomp uitschakelen omdat de prepa-
raatconcentratie afneemt.
•
Tank, roerwerken zijn niet gereinigd!
•
De concentratie van de spuitvloeistof in
de tanks is veranderd.
Spuiten vervolgen
186
Reinig absoluut de zuigarmatuur (zuigfilter, pompen, drukregelaar) en
de spuitleiding bij een onderbreking tijdens het spuiten door de
weersomstandigheden.
uitschakelen.
G
in positie
Voor het doorgaan met het spuiten gedurende vijf minuten de pomp
-1
met 540 min
laten draaien en de roerwerken inschakelen.
Afb. 152
UX Super BAG0054.10 11.16