Opbouw en werking van de basismachine
5.13
Hydraulische steunpoot
De hydraulisch bediende steunpoot (Afb. 50/1)
steunt de afgekoppelde veldspuit. De bediening
gebeurt via een dubbel werkende regeleenheid.
Tractorregeleenheid blauw
GEVAAR
Als de machine op de hydraulische
steunpoot wordt gezet, mag deze
max. 30° uit het verticale vlak wor-
den versteld.
•
Bij de steunpootbediening aan de
tractor de koppeling intrappen en
hierdoor de bout van trekhaak /
Hitch ontlasten.
•
De rode markering (Afb. 51/1)
van de steunpoot-
controleindicatie is zichtbaar, als
de machine op de hydraulische
steunpoot is gezet.
5.14
Mechanische steunpoot
•
Steunpoot opgetild tijdens het gebruik of het
transport (Afb. 52).
•
Steunpoot neergelaten (Afb. 53) bij afge-
koppelde machine.
Voor de bediening van de steunpoot:
1. Lunspen (Afb. 52/2) lossen.
2. Bout (Afb. 52/3) uittrekken.
3. Steunpoot met greep (Afb. 52/4) optil-
len/neerlaten.
4. Steunpoot met bout bevestigen en met
lunspen borgen.
5. Met de handkruk (Afb. 52/5) de steunpoot
verder neerlaten/optillen.
84
Afb. 50
Afb. 51
UX met stuurdissel:
Gevaar van botsen van opgelichte steunpoot met Onderhoudsbordes!
De opgelichte steunpoot in de onderste boring bevestigen.
Afb. 52
Afb. 53
UX Super BAG0054.10 11.16