Volautomatisch programma (blz. 37)/Onderwerpprogramma's (blz. 26)
Om de camera uit te zetten.
Belichtingsfuncties (blz. 38)
Keuze AF-veld (blz. 46)
AF-standen (blz. 47)
Meervoudige belichting / Belichtingstrapje (blz. 48)
Handmatige instelling ISO-waarde (blz. 51)
Datumprint (blz. 52) (alleen Date-model)
Datum en tijd instellen (blz. 18) (alleen Date-model)
Veel functies worden op iden-
tieke manier gewijzigd.
Zet het functiewiel in de juiste
stand en druk de functietoets
(1) in.
Draai aan het instelwiel (2) om
de instelling te wijzigen.
Raadpleeg de volgende para-
grafen voor een beschrijving
van de specifieke functie.
Camera-notities
Alle functiewijzigingen die via het functiewiel zijn verricht, worden onge-
daan gemaakt bij gebruik van het volautomatische programma of een van
de onderwerpprogramma's, behalve die van de datumprintfunctie (Date-
model) en de handmatige instelling van de ISO-waarde.
36
G
EAVANCEERDE FUNCTIES
FUNCTIEWIEL
Met het functiewiel kiest u de creatieve- en de
overige functies van de camera. Voor een
uitgebreide beschrijving van deze functies
raadpleegt u de aangegeven bladzijde(n).
1
2