BEKNOPTE CURSUS FOTOGRAFIE
Fotograferen kan veel voldoening geven. Fotografie omvat een breed een
gevarieerd scala aan mogelijkheden en het kan jaren duren voordat u vol-
leerd raakt in bepaalde technieken. Het plezier in fotograferen en het vast-
leggen van het magische moment valt echter nergens mee te vergelijken.
Hier volgt een inleiding in enkele van de fotografische basisprincipes.
De lensopening (het diafragma) be-
paalt niet alleen de belichting, maar
ook de scherptediepte; het gebied
tussen het dichtstbijzijnde en verst
verwijderde deel van het onderwerp
dat nog scherp in beeld komt. Hoe
groter de diafragmawaarde (kleine
opening), hoe groter de scherpte-
diepte en hoe langer de sluitertijd
moet zijn om tot een juiste
belichting van de opname te
komen. Hoe kleiner de diafrag-
mawaarde (grote opening), hoe
kleiner de scherptediepte en hoe
korter de sluitertijd moet zijn om tot
een juist belichte opname te komen.
In het algemeen vereisen land-
schapopnamen een grote scherpte-
diepte om te zorgen dat voor- en
achtergrond ook scherp zijn. Bij por-
tretten is meestal een geringe
scherptediepte nodig om de per-
soon los van de achtergrond te
laten komen.
Scherptediepte is mede afhankelijk
van de brandpuntsafstand. Hoe kor-
ter de brandpuntsafstand, hoe gro-
ter de scherptediepte. Hoe langer
de brandpuntsafstand, hoe geringer
de scherptediepte.
30
B
EKNOPTE CURSUS FOTOGRAFIE