Close-up - de camera kiest de optimale combinatie van dia-
fragma en sluitertijd om op korte opnameafstanden te fotogra-
feren. Gebruik voor het beste resultaat een macro-objectief of
een zoomobjectief dat over een macro-instelling beschikt.
Scherpstellen kan wat meer tijd vergen met deze objectieven.
Het gebruik van een statief is aanbevolen.
De ingebouwde flitser zal onderwerpen dichterbij dan 1 m
overbelichten. Zet de flitser uit. Op korte afstanden kan het ob-
jectief of de zonnekap het flitslicht blokkeren, hetgeen een
schaduw onder in het beeld kan veroorzaken. Het gebruik van
een externe flitser is aanbevolen.
Sport & Actie - de camera kiest de kortst mogelijke sluitertijd
om bewegingen te bevriezen en de AF regelt de scherpstelling
op het onderwerp continu bij. Het gebruik van hooggevoelige
film is aanbevolen. Zet de flitser uit (blz. 24) wanneer het on-
derwerp zich niet binnen het flitsbereik bevindt. Zet de camera
op een (eenbeen)statief bij het gebruik van een (lang)
tele(zoom)objectief.
Nachtportret - voor opnamen van personen bij ongunstige
lichtomstandigheden (schemer, avond, nacht). De camera
zoekt een balans tussen het aanwezige licht en het flitslicht,
waarbij ook de achtergrond in de opname komt. Het gebruik
van hooggevoelige film is aanbevolen. Vraag aan gefotogra-
feerde personen of ze nog even willen blijven stilstaan nadat
de flitser is afgegaan. De sluiter kan immers nog openstaan
om voor een juiste belichting van de achtergrond te zorgen.
Gebruik een statief om cameratrillingen te voorkomen.
Om een landschap of ander tafereel bij avond te fotograferen
zet u de flitser uit (blz. 24). Onder donkere omstandigheden
kan het voorkomen dat de AF niet goed scherpstelt. Gebruik
handmatige scherpstelling (blz. 47). Schemeropnamen zijn
vaak beter dan opnamen bij nachtelijke duisternis. Het flauwe
licht van de vroege schemering zorgt voor doortekening in de
schaduwpartijen van het onderwerp.
27