Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

N N
L L
N N
L L
GEBRUIKSAANWIJZING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Konica Minolta DYNAX 40

  • Pagina 1 GEBRUIKSAANWIJZING...
  • Pagina 2: Voor Correct En Veilig Gebruik

    VOOR CORRECT EN VEILIG GEBRUIK Lees alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen aandachtig door en probeer ze te begrijpen alvorens dit product in gebruik te nemen. WAARSCHUWING Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden, corrosieve vloei- stoffen lekken of zelfs exploderen, wat tot schade of verwondingen zou kunnen leiden.
  • Pagina 3 Verwijder onmiddellijk de batterijen en pas op dat u zich hierbij niet brandt. Gebruik van een defect of beschadigd product kan letsel veroorzaken. • Neem contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta wan- neer reparatie noodzakelijk is.
  • Pagina 4 • Flits niet wanneer de camera rechtstreeks in contact is met mensen of voorwerpen. De flitser geeft een grote hoeveelheid energie af, die brandwonden en -plekken kan veroorzaken. Konica Minolta is een handelsnaam van Konica Minolta Holdings, Inc. Dynax en Maxxum zijn handelsnamen van Konica Minolta Camera, Inc.
  • Pagina 5 This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the follow- ing two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    INHOUD Gefeliciteerd met de aanschaf van deze camera. Neem even rustig de tijd om deze gebruiksaanwijzing te bestuderen, dan zult u meer plezier van uw camera hebben. Benaming van de onderdelen ..............8 Datascherm (LCD).................10 Zoeker ..................11 Voorbereidingen ..................12 Bevestigen van de draagriem............12 Bevestigen van het objectief ............13 Afnemen van het objectief.............13 Plaatsen van de batterijen.............14...
  • Pagina 7 Volautomatisch programma............37 Belichtingswaarschuwing (volautomatisch programma) ....37 Belichtingsfuncties.................38 Diafragmavoorkeuze - A..............39 Sluitertijdvoorkeuze - S ..............40 Wat is het effect van de sluitertijd ..........41 Wat betekent het f-getal? ..............41 Belichtingscorrectie ...............42 Handmatige belichting - M.............44 Tijdopnamen (B-stand) ..............45 Keuze AF-veld ................46 Scherpstelstanden.................47 Belichtingstrapje / Meervoudige belichting ........48 Belichtingstrapje (opmerkingen) ............49 Meervoudige belichting (opmerkingen) .........50...
  • Pagina 8: Benaming Van De Onderdelen

    BENAMING VAN DE ONDERDELEN Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Zorg ervoor dat de met een * aangeduide onderdelen schoon zijn. Raadpleeg de informatie over onderhoud en opbergen op bladzijde 60. LED voor zelfontspanner/afstandbediening (blz. 34, 45) (Date model) Ontspanknop (blz.
  • Pagina 9 Accessoireschoentje Datascherm (LCD) Flitsfunctietoets (blz. 24) Transportstand-toets (blz. 32) Starttoets film terugspoelen (blz. 29) Achterwandontgrendeling (blz. 16) Draagriemoog (blz. 12) Belichtingscorrectietoets (blz. 42) Zoekeroculair * Filmcassettevenster Deksel batterijruimte (blz. 14) Statiefaansluiting...
  • Pagina 10: Datascherm (Lcd)

    DATASCHERM (LCD) 1. Volautomatisch programma (blz. 37) 2. Onderwerpprogramma's (blz. 26) 3. Belichtingscorrectie (blz. 42) 4. Indicator volautomatisch- / onderwerpprogramma (blz. 26, 37) 5. Diafragma 6. Batterijconditie (blz. 15) 7. Draadloze afstandbediening (blz. 32, 34, 45) (Date-model) 8. Beeldenteller 9. Filmtransport 10.
  • Pagina 11: Zoeker

    ZOEKER Breed AF-veld Spot AF-veld (blz. 46) Belichtingssignaal Scherpstelsignaal (blz. 22) Flitssignaal (blz. 25)
  • Pagina 12: Voorbereidingen

    VOORBEREIDINGEN DE DRAAGRIEM BEVESTIGEN Voer het uiteinde van de draagriem door het geleideblokje, vanaf de zijde met de nokjes. Voer het uiteinde van de draagriem vanaf de onderzijde door het riemoog van de camera en vervolgens weer door het geleideblokje (1). Bevestig de draagriem zo dat het uiteinde naar de camera is gericht.
  • Pagina 13: Bevestigen Van Het Objectief

    BEVESTIGEN VAN EEN OBJECTIEF Bij deze camera kunt u gebruik maken van verwisselbare objectieven. Zie bladzijde 54 voor geschikte objectie- ven. Raak nooit de binnenzijde van de camera aan. Dat geldt met name voor de objectiefcontacten en de spiegel. Verwijder de bodydop en de achter- lensdop.
  • Pagina 14: Plaatsen Van De Batterijen

    PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN Deze camera gebruikt twee stuks 3 Volt CR2 lithiumbatterijen. Raadpleeg bladzijde 2 van deze gebruiksaanwijzing voor veilig en juist gebruik van batterijen alvorens deze te plaatsen. Wanneer u de batterijen vervangt, let er dan op dat de camera uit staat. Schuif de ontgrendeling van de bat- terijruimte in de aangegeven richting en open het klepje.
  • Pagina 15: Indicatie Batterijconditie

    INDICATIE BATTERIJCONDITIE De camera heeft een indicator die de batterijconditie aangeeft. Wanneer de camera aan staat, verschijnt de indi- catie op het LCD. Wanneer het LCD niets aangeeft, zijn de batterijen mo- gelijk uitgeput of verkeerd geplaatst. Batterij vol - er is voldoende stroom voor alle camerafuncties.
  • Pagina 16: Inzetten Van Een Film

    INZETTEN VAN EEN FILM Het inzetten en uitnemen van een film moet altijd bij getemperd licht plaatsvinden om sluier te voorkomen. De camera stelt automatisch de juiste filmgevoeligheid (ISO) in bij gebruik van DX-gecodeerde film. Bij gebruik van niet-gecodeerde film kiest de camera ISO 25. Raadpleeg bladzijde 51 om de gevoeligheid handmatig in te stellen.
  • Pagina 17: Camera-Notities

    Sluit de achterwand. De camera spoelt de film automatisch door naar de eerste opname. Zorg er bij het sluiten voor dat de draagriem niet bekneld raakt. Wanneer de film op de juiste wijze is ingezet, verschijnt het getal 1 in de beeldenteller.
  • Pagina 18: Datum En Tijd Instellen - Date-Model

    DATUM EN TIJD INSTELLEN - DATE-MODEL Datum en tijd moeten worden ingesteld om de datumprintfunctie te kunnen gebruiken. De datum knippert in het LCD wanneer de came- ra wordt aangezet, zonder dat datum en tijd zijn ingesteld of wanneer de informatie verloren is gegaan als gevolg van uitgeputte batterijen. Zet het functiewiel in de stand 'SEL'.
  • Pagina 19: Batterij Vervangen - Date-Model

    MODEL BATTERIJEN VERVANGEN - DATE- Wanneer de batterijen zijn verwijderd, stopt de ingebouwde klok. De volgende handeling zorgt ervoor dat de huidige tijd en datum worden opgeslagen in het geheugen tijdens het vervangen van de batterijen. Zet de camera aan en weer uit met het functiewiel. De camera slaat de huidige datum en tijd op in een geheugenregister, telkens wanneer de camera wordt aan- en uitgezet.
  • Pagina 20: Basishandelingen

    BASISHANDELINGEN In dit hoofdstuk worden de elementaire functies van de camera behandeld. Zorg dat u terdege bekend bent met de camerawerking, voordat u verder gaat. DE CAMERA AANZETTEN Draai het functiewieltje (1) naar de gewenste opnamestand om de camera aan te zetten. Dit hoofdstuk gaat er van uit dat u de volautoma- tische programmabelichting hebt gekozen - de letter P in een rechthoek.
  • Pagina 21: Opnamen Maken

    OPNAMEN MAKEN Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het brede AF-veld bevindt. Bij gebruik van een zoomobjectief draait u aan de zoomring om het onderwerp uit te kaderen. Druk de ontspanknop half in om het AF- en het lichtmeetsysteem te active- ren (1).
  • Pagina 22: Speciale Scherpstelsituaties

    SCHERPSTELSIGNALEN Het scherpstelsignaal in de zoeker geeft informatie over de werking van het AF-systeem. Het scherpstellen kan bij ongunstige lichtomstandighe- den of bij het gebruik van macro- en teleobjectieven wat meer tijd vergen. Scherpstelling voltooid. Knippert - scherpstellen niet mogelijk. Ontspanknop blokkeert. Wanneer de camera niet kan scherpstellen, is het onderwerp te dichtbij of er is sprake van een speciale scherpstelsituatie (zie onder).
  • Pagina 23: Scherpstelvergrendeling

    SCHERPSTELVERGRENDELING Scherpstelvergrendeling is handig wanneer het onderwerp zich buiten het AF- veld bevindt. Scherpstelvergrendeling is tevens bruikbaar wanneer er sprake is van bijzondere scherpstelsituaties (blz. 22). De camera stelt hierbij scherp op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt als het feitelijke onderwerp. Richt het brede AF-veld op het onder- werp en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen...
  • Pagina 24: Flitsfuncties

    FLITSFUNCTIES De ingebouwde flitser heeft een uitlichtingshoek die groot genoeg is voor objectieven van 28 mm of een langere brandpuntsafstand. Bij ge- bruik van een kortere brandpuntsafstand treedt afdonkering van de hoeken op. Verwijder de zonnekap om slagschaduwen te voorkomen, zie blz.
  • Pagina 25: Flitsindicaties

    Bij gebruik van diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of hand- matige belichting staat de flitser uit. Om invulflitsen toe te passen, drukt u op de flitsfunctietoets om de flitser te laten opklappen. Druk nogmaals op de flitsfunctietoets om invulflitsen te kiezen. FLITSSIGNALEN Het flitssignaal in de zoeker geeft de status van de flitser aan. Signaal brandt - flitser is opgeladen en klaar voor gebruik.
  • Pagina 26: Onderwerpprogramma's

    ONDERWERPPROGRAMMA'S Onderwerpprogramma's kiezen automatisch de ideale camera-instellingen voor speci- fieke onderwerpen of omstandigheden. Er zijn 5 verschillende onderwerpprogramma's. Draai het functiewiel (1) naar de stand volautomatisch programma / onderwerpprogramma's. Druk de functietoets (2) in en draai aan het instelwiel (3) om het gewenste programma te selec- teren;...
  • Pagina 27 Close-up - de camera kiest de optimale combinatie van dia- fragma en sluitertijd om op korte opnameafstanden te fotogra- feren. Gebruik voor het beste resultaat een macro-objectief of een zoomobjectief dat over een macro-instelling beschikt. Scherpstellen kan wat meer tijd vergen met deze objectieven. Het gebruik van een statief is aanbevolen.
  • Pagina 28: Film Terugspoelen

    FILM TERUGSPOELEN Nadat de laatste opname van de film is belicht, spoelt de camera de film automatisch terug. De beeldenteller telt hierbij naar nul (0) terug. Draai niet aan de scherpstelring terwijl de film wordt terug- gespoeld. Wacht met het openen van de achterwand en het uitnemen van de film totdat deze geheel is teruggespoeld, de beeldenteller in het LCD nul (0) aangeeft en het cassette-...
  • Pagina 29: Handmatige Start Film Terugspoelen

    HANDMATIGE START FILM TERUGSPOELEN Het terugspoelen kan handmatig worden gestart, voordat de film vol is. Druk voorzichtig met een balpenpunt op de terugwikkeltoets om het terug- spoelen te starten. Gebruik alleen stompe voorwerpen. Met scherpe voorwerpen kunt u de camera beschadigen. Wacht met het openen van de achterwand en het uitnemen van de film totdat deze geheel is teruggespoeld, de beeldenteller in...
  • Pagina 30: Beknopte Cursus Fotografie

    BEKNOPTE CURSUS FOTOGRAFIE Fotograferen kan veel voldoening geven. Fotografie omvat een breed een gevarieerd scala aan mogelijkheden en het kan jaren duren voordat u vol- leerd raakt in bepaalde technieken. Het plezier in fotograferen en het vast- leggen van het magische moment valt echter nergens mee te vergelijken. Hier volgt een inleiding in enkele van de fotografische basisprincipes.
  • Pagina 31: Wat Is Een Diafragma? Wat Is Een Lw

    De sluitertijd bepaalt niet alleen de be- lichting, hij zorgt voor het 'bevriezen' van een bewegend onderwerp. Korte sluiter- tijden worden daarom veel gebruikt bij sportfotografie. Lange sluitertijden wor- den toegepast om een beweging te ac- centueren, bijvoorbeeld van stromend water of een waterval.
  • Pagina 32: Geavanceerde Functies

    GEAVANCEERDE FUNCTIES Hier worden de geavanceerde functies van de camera behandeld. Zorg dat u vertrouwd bent met de 'basishandelingen' alvorens verder te gaan. TRANSPORTSTANDEN De transportstand bepaalt hoe de opnamen worden gemaakt. Draadloze afstandbediening alleen mogelijk bij het Date-model. Om de transportstand te verande- ren, drukt u op de transportstand- toets (1) totdat de gewenste stand zichtbaar is op het LCD.
  • Pagina 33: Zelfontspanner (Opmerkingen)

    ZELFONTSPANNER (OPMERKINGEN) Wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de scherpstelling en de belichting voor de opname vergrendeld. Het scherpstel- signaal in de zoeker bevestigt dit (blz. 23). Zorg dat u niet vlak voor de camera staat wanneer u de ontspanknop indrukt. Om de scherpstelling te veranderen laat u de ontspanknop los en drukt hem opnieuw half in.
  • Pagina 34: Afstandbediening (Opmerkingen)

    AFSTANDBEDIENING (OPMERKINGEN) De camera kan tot op 5 m afstand worden ontspannen met de optionele IR-gestuurde Remote Control RC-3. Voor de bediening van de RC-3 raadpleegt u diens gebruiksaanwijzing. De ontvanger op de camera wordt geactiveerd via transportstand-toets (blz. 32). Richt de afstandbediening naar de camera en druk op de ontspanknop of op de knop voor ontspannen met 2 s vertraging.
  • Pagina 35: Bevestigen Van De Oculairafsluiter

    Deze accessoires worden op de zoeker geplaatst, zoals hierboven staat beschreven. Voor meer informatie over deze en andere accessoires, neemt u contact op met uw Konica Minolta-winkelier.
  • Pagina 36: Functiewiel

    FUNCTIEWIEL Met het functiewiel kiest u de creatieve- en de overige functies van de camera. Voor een uitgebreide beschrijving van deze functies raadpleegt u de aangegeven bladzijde(n). Volautomatisch programma (blz. 37)/Onderwerpprogramma’s (blz. 26) Om de camera uit te zetten. Belichtingsfuncties (blz. 38) Keuze AF-veld (blz.
  • Pagina 37: Volautomatische Programmabelichting

    VOLAUTOMATISCHE PROGRAMMABELICHTING De volautomatische programmabelichting zorgt ge- heel zelfstandig voor de juiste belichting. Wanneer de stand van het keuzewiel wordt ver- anderd, worden de volgende instellingen op hun oor- spronkelijke waarde gezet: Flitsfunctie (blz. 24) Automatisch flitsen AF-veld (blz. 46) Breed AF-veld Scherpstelling (blz.
  • Pagina 38: Belichtingsfuncties

    BELICHTINGSFUNCTIES De belichtingsfuncties bepalen welke sluitertijd en diafragma worden ingesteld. Er zijn vier verschillende belichtingsfuncties. Draai het functiewiel naar de stand P (1). Druk de functietoets (2) in en draai aan het instelwiel (3) totdat de gewenste belichtingsfunctie in het LCD verschijnt. Laat daarna de functietoets los.
  • Pagina 39: Diafragmavoorkeuze - A

    DIAFRAGMAVOORKEUZE - A Diafragmavoorkeuze wordt ingesteld via het functiewiel (blz. 36). Het diafragma bepaalt niet alleen de belichting, maar ook de scherptediepte, het gebied dat scherp wordt afgebeeld in de opname (zie bladzijde 30). Draai aan het instelwiel (1) om het diafragma te kiezen. Het diafragmabereik is afhankelijk van het objectief.
  • Pagina 40: Sluitertijdvoorkeuze - S

    SLUITERTIJDVOORKEUZE - S Sluitertijdvoorkeuze wordt ingesteld via het functiewiel (blz. 36). De sluitertijd bepaalt niet alleen de belichting, maar ook de scherpte- indruk van niet-stilstaande onderwerpen (zie bladzijde 30). Draai aan het instelwiel (1) om de sluitertijd in te stellen (van 30 tot 1/2000 s). De sluitertijd kan worden afgelezen in het LCD.
  • Pagina 41: Weergave Van Sluitertijden

    WEERGAVE VAN SLUITERTIJDEN De sluitertijd die voor een opname wordt gebruikt, wordt weer- gegeven in het LCD. De volgende notatie wordt hierbij gebruikt: Het getal onder de breukstreep wordt gebruikt voor sluitertijden van 1/2000 tot 1/3 seconde. 125 betekent dus 1/125 seconde. Voor sluitertijden van een halve seconde en langer wordt een aanhalingsteken gebruik om de hele seconden aan te geven.
  • Pagina 42: Belichtingscorrectie

    BELICHTINGSCORRECTIE De door de camera bepaalde belichting kan over ±3,0 LW worden veranderd om de uiteindelijke opname lichter of donkerder te maken. Voor informatie over LW raadpleegt u bladzijde 31. Belichtingscorrectie kan alleen worden toe- gepast bij programmabelichting, diafragmavoorkeuze en sluitertijdvoorkeuze. Druk de belichtingscorrectietoets (1) in en draai aan het instelwiel (2) om de gewenste correctie in te stellen.
  • Pagina 43: Konica Minolta-Geschiedenis

    Dankzij de belichtingscorrectie verschijnt er detaillering in de blaad- jes en worden de stenen en het water realistischer weergegeven. Konica Minolta-geschiedenis Wij zijn er van overtuigd dat innovatie en creativiteit de pijlers vormen van ons succes. De Electro-zoom X was een vingeroefening in camera- design.
  • Pagina 44: Handmatige Belichting - M

    HANDMATIGE BELICHTING - M Handmatige belichting wordt ingesteld via het functiewiel (blz. 36). Voor meer informatie over diafragma en sluitertijd raadpleegt u bladzijde 30. Tijdopname (B-stand) is hierbij ook mogelijk (zie bladzijde 45). Draai aan het instelwiel (1) om de Diafragma sluitertijd in te stellen van 30 tot 1/2000 seconde.
  • Pagina 45: Tijdopnamen (B-Stand)

    TIJDOPNAMEN (B) Tijdopnamen (B of bulb) worden ge- maakt in de stand handmatige belich- ting (M). De sluiter blijft hierbij open- staan zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. De lichtmeter kan echter niet de juiste belichting bepalen. Gebruik van een losse lichtmeter wordt aanbevolen. Kies handmatige belichting (M) en draai Diafragma aan het instelwiel (1) totdat 'bulb' bij de...
  • Pagina 46: Keuze Af-Veld

    KEUZE AF-VELD Het gewenste AF-veld kan wor- den gekozen. Er zijn vier keuze- mogelijkheden. Draai het functiewiel naar de stand voor de keuze van het AF- veld (1). Druk de functietoets (2) in en draai aan het instelwiel (3) totdat het gewenste AF-veld in het LCD verschijnt.
  • Pagina 47: Scherpstelstanden

    SCHERPSTELSTANDEN Bij het scherpstellen is er een keuze tussen automatische- en handmatige scherpstelling. Wan- neer handmatige scherpstelling is gekozen, verschijnt het signaal MF in het LCD. Draai het functiewiel naar de stand AF/MF (1). Druk de functietoets (2) in en draai aan het instelwiel (3) totdat AF (autofocus) of MF (handma- tige scherpstelling) in het LCD...
  • Pagina 48: Belichtingstrapje / Meervoudige Belichting

    BELICHTINGSTRAPJE / MEERVOUDIGE BELICHTING Draai het functiewiel naar de stand belichtingstrapje / meervou- dige belichting (1). Druk op de functietoets (2) en draai aan het instelwiel (3) totdat de gewenste functie in het LCD verschijnt. Laat de functietoets los om de keuze te bevestigen. Belichtingstrapje - om drie opnamen van een stil- staand onderwerp te maken, die een bepaald verschil in belichting vertonen.
  • Pagina 49: Belichtingstrapje (Opmerkingen)

    BELICHTINGSTRAPJE (OPMERKINGEN) De volgorde van het belichtingstrapje is als volgt: normaal belicht - onderbelicht - overbelicht. De ingebouwde flitser kan niet worden ge- bruikt, de flitser wordt automatisch uitgeschakeld. normaal belicht onderbelicht overbelicht stapgrootte 0,5 LW stapgrootte 1,0 LW Wanneer het belichtingstrapje de eerste keer wordt gekozen, staat het transport automatisch op de stand continu.
  • Pagina 50: Meervoudige Belichting (Opmerkingen)

    MEERVOUDIGE BELICHTING (OPMERKINGEN) Draai het functiewiel in de stand belichtingstrapje / meer- voudige belichting (1). Druk op de functietoets (2) en draai aan het instelwiel (3) totdat ‘ME’ in het LCD ver- schijnt. Laat de functietoets los. De eerste opname kan nu worden gemaakt.
  • Pagina 51: Handmatige Iso-Instelling

    HANDMATIGE ISO-INSTELLING De filmgevoeligheid kan hand- matig worden ingesteld van ISO 6 tot ISO 6400, met intervallen van 1/3 LW. Draai het functiewiel in de stand ISO (1). Druk de functietoets (2) in en draai aan het instelwiel (3) totdat de juiste ISO-waarde in het LCD verschijnt.
  • Pagina 52: Datumprint - Date-Model

    DATUMPRINT - DATE-MODEL De datum of de dag en de tijd waarop een opname is gemaakt, kan in de linker onderhoek van een liggende opname worden geprint. Raadpleeg bladzijde 18 om de tijd en de datum in te stellen. Draai het functiewiel (1) naar de datumstand.
  • Pagina 53: Af-Hulplicht

    AF-HULPLICHT De ingebouwde flitser doet dienst als AF-hulplicht. Wanneer het voor het AF-systeem te donker is om scherp te stellen, geeft de flitser bij het half indrukken van de ontspanknop een korte reeks flitsjes om te zorgen voor het licht dat voor het scherpstellen noodzakelijk is.
  • Pagina 54: Accessoires (Opmerkingen)

    Konica Minolta. Ge- bruik van accessoires of apparatuur die niet is goedgekeurd door Konica Minolta kan leiden tot het niet goed functioneren van dit product en aangesloten accessoires of tot beschadigingen daarvan. OBJECTIEVEN (OPMERKINGEN) Alleen Minolta A-objectieven kunnen op deze camera worden ge- bruikt.
  • Pagina 55 Een zonnekap verbetert de beeldkwali- teit doordat hij reflecties en overstraling onderdrukt, d.w.z. licht dat geen beeld- vormende eigenschappen heeft. Plaats de zonnekap op de bajonet aan de voorzijde van het objectief en draai hem rechtsom tot hij vastklikt. De zonnekap kan achterstevoren wor- den bevestigd tijdens opslag.
  • Pagina 56: Externe Flitsers (Opmerkingen)

    Program Flash 5600HS(D) Program Flash 3600HS(D) Program Flash 2500(D) Neem contact op met uw Konica Minolta-dealer voor meer informatie over deze flitsers. De flitsfunctie van een externe flitser kan worden ingesteld door de flits- functietoets op de camera (1) in te drukken.
  • Pagina 57: Flitslichtmeting

    De informatie in deze gebruiksaanwijzing is van toepassing op de producten die beschikbaar waren ten tijde van het drukken. Neem contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta voor informatie over de compatibiliteit van later uitgebrachte producten.
  • Pagina 58: Problemen & Oplossingen

    PROBLEMEN & OPLOSSINGEN Neem contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta wanneer dit overzicht geen uitkomst biedt of wanneer de fout blijft. Probleem Oorzaak Oplossing Er doet zich een Gebruik scherp- bijzondere scherp- stelvergrendeling stelsituatie voor die (blz. 23) of stel...
  • Pagina 59 1. Zet de camera uit. 2. Open de achterwand. 3. Trek de film met geopende achterwand voorzichtig van de op- wikkelas en spoel hem terug in zijn cassette. Neem contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta.
  • Pagina 60: Onderhoud En Opbergen

    ONDERHOUD EN OPBERGEN WERKOMSTANDIGHEDEN • Deze camera is ontworpen voor gebruik bij -20° tot 50° C. • Bewaar uw camera niet op een plaats waar het erg warm kan worden, zoals het dashboardkastje van uw auto. • Het LCD reageert traag bij lage temperaturen. Bij hoge temperaturen wordt het zwart.
  • Pagina 61: Reinigen

    • Controleer zorgvuldig of de camera naar behoren werkt of maak proefopnamen vóór een belangrijke gebeurtenis of een vakantie- reis. • Konica Minolta is niet aansprakelijk voor enige schade die voort- vloeit uit het niet juist functioneren van uw fotografische apparatuur. VRAGEN EN SERVICE •...
  • Pagina 62: Technische Specificaties

    TECHNISCHE SPECIFICATIES Cameratype: kleinbeeld spiegelreflexcamera met inge- bouwde flitser, automatische belichting en automatische scherpstelling Objectiefvatting: Minolta A-bajonet Zoeker: reflexzoeker met dakkantspiegel, beeld- begrenzing 90%; vergrotingsfactor 0,75x Sluitertype: elektronisch gestuurde, verticaal aflopen- de spleetsluiter Sluitertijden: 30 - 1/2000 s + B (bulb) Flitssynchronisatietijd: 1/90 s AF-systeem:...
  • Pagina 63 Terugspoelen: automatische en handmatige start Beeldenteller: toont het aantal belichte opnamen Richtgetal flitser: 12 (ISO 100, meter) Flitsuitlichting: tot de beeldhoek van een 28 mm- objectief Voeding: 2 stuks CR2 lithiumbatterij Levensduur batterijen: zie onderstaande tabel Conditie A Conditie B Flitsgebruik 20°C -10°C...
  • Pagina 64 © 2003 Konica Minolta Camera, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention. 0-43325-53279-5 9979 2169 05/112456 /02.2004 Printed in Germany...

Inhoudsopgave