Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

ONDERWERPPROGRAMMA'S

Onderwerpprogramma's kiezen automatisch de ideale camera-instellingen voor speci-
fieke onderwerpen of omstandigheden. Er zijn 5 verschillende onderwerpprogramma's.
1
2
Portret - ideaal voor een scherpe opname van een persoon tegen
een onscherpe achtergrond. Een portretfoto ziet er het best uit op
de tele-instelling van het objectief. Door de lange brandpunts-
afstand worden de grootteverhoudingen van het gelaat niet over-
dreven weergegeven en door de geringe scherptediepte komt het
onderwerp mooi los van de achtergrond. Gebruik invulflitsen (blz.
24) bij direct zonlicht of tegenlicht om schaduwen op te helderen.
Landschap - ideaal om scherpe landschapopnamen te maken
waarbij de sluitertijd kort genoeg is om onscherpte door
cameratrillingen te voorkomen. De beste resultaten verkrijgt u
met de groothoekinstelling van het zoomobjectief of met een
speciaal groothoekobjectief. Zorg voor wat vulling in de voor-
grond om meer diepte in de opname te suggereren.
Maakt u een portretopname van iemand in een landschap, ge-
bruik dan invulflitsen (blz. 24) bij sterk direct zonlicht of te-
genlicht om de schaduwpartijen op te helderen. Raadpleeg de
tabel op bladzijde 25 voor het bereik van de flitser. Het flitslicht
heeft geen invloed op het landschap zelf. Het is aan te bevelen
een statief te gebruiken.
26
B
ASISHANDELINGEN
Draai het functiewiel (1) naar de
stand volautomatisch programma
/ onderwerpprogramma's.
Druk de functietoets (2) in en
3
draai aan het instelwiel (3) om het
gewenste programma te selec-
teren; het actieve programma
wordt in het LCD aangegeven
met een pijlpuntje. Wanneer de
camera wordt uitgezet en daarna
weer aan, dan is het volauto-
matische programma weer actief.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave