nl Milieubescherming en besparing
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan de apparaatdeur be-
schadigd raken.
▶
Niets op de apparaatdeur zetten, er aan hangen of
laten steunen.
▶
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen de accessoi-
res krassen veroorzaken op de ruit dan de apparaat-
deur wanneer deze gesloten wordt.
▶
Accessoires altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte leggen.
Het bedieningselement Twist Pad Flex kan beschadigd
raken.
▶
Gebruik geen schurende of bijtende producten zo-
als citroenzuur, azijn, agressief reinigingsmiddel of
glaskeramiekreiniger.
▶
Gebruik geen schoonmaakmiddelen voor roestvast-
staal.
▶
Nooit in de vaatwasser reinigen.
▶
Nooit in water onderdompelen.
▶
Reinig het bedieningselement Twist Pad Flex met
een zachte in zeepsop vochtig gemaakte doek.
Het afneembare bedieningselement Twist Pad Flex is
magnetisch. Metaaldeeltjes die zich aan de onderkant
hechten, kunnen krassen veroorzaken op het bedie-
ningspaneel.
▶
Houd het bedieningselement Twist Pad Flex schoon.
▶
Verwijder metaaldeeltjes aan de onderzijde volledig.
De magneet in het afneembare bedieningselement
Twist Pad Flex kan andere apparaten beïnvloeden en
de inhoud van magnetische gegevensdragers bescha-
digen.
▶
Houd het bedieningselement Twist Pad Flex uit de
buurt van datadragers, bijv. videobanden, diskettes,
creditcards en kaarten met magneetstrips
▶
Het bedieningselement Twist Pad Flex uit de buurt
van tv's en monitoren houden.
Door aluminiumfolie aan de deurruit kunnen permanen-
te verkleuringen ontstaan.
▶
Aluminiumfolie in de binnenruimte mag niet in con-
tact komen met de deurruit.
3 Milieubescherming en besparing
Mi l i e u be s c h e r m i n g e n be s pa r i n g
3.1 Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kun-
nen worden hergebruikt.
▶
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden
afvoeren.
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Het apparaat alleen voorverwarmen, wanneer het re-
cept of de instellingsadviezen dat aangeven.
→ "Zo lukt het", Pagina 46
¡ Wanneer u het apparaat niet voorverwarmt, dan be-
spaart u tot 20 % energie.
6
2.2 Stoom
Volg deze aanwijzingen op wanneer u de stoomfunctie
gebruikt.
LET OP!
Bakvormen van silicone zijn niet geschikt voor gecom-
bineerd gebruik met stoom.
▶
De vormen dienen hitte- en stoombestendig te zijn.
Vormen met roestplekken kunnen corrosie veroorzaken
in de binnenruimte. De kleinste plekken kunnen al cor-
rosie in de binnenruimte veroorzaken.
▶
Gebruik geen vormen die roestplekken vertonen.
Door afdruipende vloeistof raakt de bodem van de bin-
nenruimte vervuild.
▶
Plaats bij het stomen met een bak met gaatjes altijd
de bakplaat, de braadslede of de bak zonder gaat-
jes eronder. Lekkende vloeistof wordt opgevangen.
Heet water in de watertank kan het stoomsysteem be-
schadigen.
▶
Vul de watertank uitsluitend met koud water.
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
▶
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
▶
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Wanneer er kalkoplosmiddel op het bedieningspaneel
of andere gevoelige oppervlakken terechtkomt raken
deze beschadigd.
▶
Kalkoplossingsmiddel direct met water verwijderen.
Wanneer de watertank in de vaatwasser wordt gerei-
nigd veroorzaakt dit schade.
▶
De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.
▶
Reinig de watertank met een zachte doek en een in
de handel gebruikelijk schoonmaakmiddel.
Wanneer meerdere keren stoom achter elkaar wordt
gebruikt, zonder steeds de binnenruimte daarna droog
te maken, dan kan het verzamelde water overlopen en
meubelfronten resp. meubelbodems beschadigen.
▶
Veeg na elke stoomgebruik de binnenruimte en de
condensbak droog.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bak-
vormen.
¡ Deze bakvormen nemen de hitte bijzonder goed
op.
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡ De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡ De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10 minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡ De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.