nl De Bediening in essentie
14.
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Opmerking: Bij een stroomuitval of het loskoppelen
van het stroomnet blijven de instellingen van de kalibra-
tie opgeslagen.
8 De Bediening in essentie
De Be di e n i n g i n e s s e n t i e
8.1 Apparaat inschakelen
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
▶
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
▶
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
▶
Schakel het apparaat in met
Opmerkingen
¡ In de basisinstellingen kunt u vastleggen of het dis-
play na het inschakelen het hoofdmenu of een an-
dere functie toont.
→ "Basisinstellingen", Pagina 27
¡ Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het apparaat automatisch uit.
8.2 Apparaat uitschakelen
▶
Schakel het apparaat uit met
Opmerkingen
¡ Al naar gelang de temperatuur in de binnenruimte
verschijnt op het display de restwarmte-indicatie.
→ "Restwarmte-aanduiding", Pagina 16
¡ Al naar gelang de temperatuur in de binnenruimte
blijft de koelventilator draaien, totdat de binnenruim-
te is afgekoeld.
→ "Koelventilator", Pagina 9
8.3 Restwarmte-aanduiding
Nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, wordt op het
display de restwarmte weergegeven.
Display
Restwarmte hoog
Restwarmte laag
8.4 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
Schakel het apparaat in met
2.
Druk op "Verwarmingsmethoden".
3.
Draai aan het bedieningselement Twist Pad Flex of
veeg op het display naar links of rechts, totdat de
gewenste verwarmingsmethode verschijnt.
4.
Op de verwarmingsmethode drukken.
5.
Druk op "Temperatuur".
6.
Draai om een temperatuur te kiezen het bedienings-
element Twist Pad Flex of veeg op het display naar
links of rechts.
7.
De instelling met
Wanneer
niet verschijnt, dan wordt de instel-
‒
ling direct overgenomen.
16
.
.
Temperatuur
boven 120°C
tussen 60°C en 120°C
.
bevestigen.
Tip: Om de instellingen van de kalibratie na een verhui-
zing aan te passen, zet u het apparaat in de basisin-
stellingen naar de fabrieksinstelling terug. Vervolgens
herhaalt u de kalibratie.
→ "Basisinstellingen", Pagina 27
Verdere mogelijke selectie:
– Snel voorverwarmen → Pagina 27
– Tijdsduur → Pagina 21
– Klaar om → Pagina 22
– Toevoer van stoom → Pagina 20
– → "Kerntemperatuurmeter", Pagina 22
– Informatie → Pagina 16
8.
Start de werking met
Opmerking: Wanneer u voorverwarmt, is het opti-
male tijdstip voor het plaatsen van het gerecht be-
reikt zodra de opwarmbalk is gevuld.
a Op het display verschijnt de bedrijfstijd.
a De opwarmbalk geeft de temperatuurstijging weer.
9.
Schakel het apparaat uit met
klaar is.
8.5 Temperatuur wijzigen
Nadat u de temperatuur gestart heeft, kunt u hem nog
wijzigen.
1.
Druk op "Temperatuur".
2.
Draai aan het bedieningselement Twist Pad Flex of
veeg op het display naar links of rechts, totdat de
gewijzigde temperatuur verschijnt.
3.
De instelling met
Wanneer
niet verschijnt, dan wordt de instel-
‒
ling direct overgenomen.
a De temperatuur wordt gewijzigd.
8.6 Verwarmingsmethode wijzigen
Als u de verwarmingsmethode wijzigt, zet het apparaat
alle instellingen terug.
1.
Onderbreek de werking met
2.
Met
naar de verwarmingsmethoden gaan.
3.
Draai aan het bedieningselement Twist Pad Flex of
veeg op het display naar links of rechts, totdat de
gewijzigde verwarmingsmethode verschijnt.
4.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
5.
Pas indien nodig de temperatuur of stand aan.
6.
Start de werking met
8.7 Bedrijf onderbreken
1.
Druk op
.
2.
Om de werking voort te zetten, opnieuw op
ken.
8.8 Informatie weergeven
Opmerking: In de meeste gevallen kunt u informatie bij
de zojuist uitgevoerde functie oproepen.
1.
Druk op "Informatie".
a De informatie verschijnt gedurende enkele secon-
den.
.
wanneer het gerecht
bevestigen.
.
.
druk-