AUTOGORDELS
(3/5)
Waarschuwing achtergordel niet vastge-
maakt (afhankelijk van de auto)
Het 6 pictogram verschijnt op het instrumen-
tenpaneel wanneer het contact wordt inge-
schakeld. Dit informeert de bestuurder elke
keer over de bevestigingsstatus van elk van
de veiligheidsgordels achterin:
– het contact wordt aangezet;
– er een portier wordt geopend;
– vast- of losmaken van een veiligheidsgor-
del achter.
De afbeelding 6 begrijpen:
– groen lampje: autogordel vastgemaakt;
– rode indicator: de stoel is bezet en de vei-
ligheidsgordel is niet vastgemaakt;
– grijs lampje: plaats niet bezet.
1.30
6
ß
Het controlelampje
op het centrale
display verschijnt ook bij inschakelen van
het contact, als een achterstoel is bezet en
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.
Wanneer de voertuigsnelheid lager is dan
ongeveer 20 km/u, verschijnt het controle-
ß
lampje
op het centrale display als
een achterstoel is bezet en de veiligheids-
gordel niet is vastgemaakt.
Ook het pictogram 6 verschijnt gedurende
ongeveer 60 seconden telkens wanneer een
van de veiligheidsgordels achter wordt vast-
of losgemaakt.
Als de voertuigsnelheid circa 20 km/u bereikt
of overschrijdt en een van de veiligheidsgor-
dels achter tijdens de rit wordt losgemaakt:
– knippert het controlelampje
het centrale display;
en
– klinkt ongeveer 120 seconden een piep-
toon;
en
– verschijnt het pictogram 6 circa 180 se-
conden en wordt de indicator van de des-
betreffende stoel rood.
Controleer altijd of de passagiers achterin
hun gordel hebben vastgemaakt en of het
aangegeven aantal vastgemaakte gordels
overeenkomt met het aantal passagiers ach-
terin.
Opmerking: soms kan een voorwerp op
de zitting van een van de achterstoelen de
waarschuwingen activeren, afhankelijk van
de auto.
ß
op