ACTIEVE NOODSTOP
1
2
Met behulp van de informatie van de radar 2
en camera 1 berekent het systeem de af-
stand tot de voorligger en elke omringende
voetganger en fietser.
Het systeem informeert de bestuurder als
er een risico bestaat op een frontale botsing
om de juiste noodmanoeuvres mogelijk te
maken (het rempedaal indrukken en/of het
stuurwiel draaien).
(1/8)
Afhankelijk van het reactievermogen van de
bestuurder kan het systeem helpen bij het
remmen om schade te beperken of een bot-
sing te voorkomen.
Let op: zorg ervoor dat de voorruit en de
voorbumper vrij zijn (van vuil, modder,
sneeuw, condens, kentekenplaat enz.).
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is bedekt
(door vuil, sneeuw, condens enz.)
Plaats van de radar 2
Zorg ervoor dat het radargebied niet wordt
geblokkeerd (door vuil, modder, sneeuw of
een slecht gemonteerde nummerplaat voor)
of wordt geraakt, gewijzigd (bijv. met auto-
lak) of afgedekt door accessoires aan de
voorzijde van de auto (bijv. op de grille of het
logo enz.)
Met dit systeem wordt de auto maxi-
maal afgeremd totdat deze zo nodig
volledig stilstaat.
Gebruik om veiligheidsredenen altijd de
autogordel tijdens het rijden en contro-
leer of alles goed vastzit, zodat de inzit-
tenden niet kunnen worden geraakt door
loszittende voorwerpen.
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze func-
tie kan in geen geval de waak-
zaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder vervangen; deze
moet altijd de controle over zijn auto be-
houden.
2.69