VOORSTOELEN
(3/3)
8
Geventileerde stoelen
(afhankelijk van de auto)
De werking van de geventileerde stoelen is
gebaseerd op het absorberen en afvoeren
van de lucht in het interieur zonder gebruik
te maken van de functies voor airco en ver-
warming van de auto. Voor de beste pres-
taties adviseren wij om bij het gebruik van
deze functie altijd de airconditioning in te
schakelen.
Let op: deze functie wordt uitgeschakeld
wanneer de motor uit en aan is.
11
Terwijl de motor loopt:
– Door drukken op 8 verschijnt de instelling
op het multimediascherm. Drukken op 9
activeert de geventileerde bestuurders-
of passagiersstoel.
– Een of twee keer drukken op 11 activeert
de stoelventilatie op laag of hoog niveau.
De waarschuwingslampjes lichten op.
– Weer drukken op 8 schakelt de stoelver-
warming uit. De waarschuwingslampjes
ervan gaan uit.
Storingen
Wanneer er een storing wordt gedetecteerd,
gaat het waarschuwingslampje van de 8
schakelaar voor de betreffende stoel na on-
9
geveer vijf seconden uit. Ga naar een merk-
dealer.
1.27