STORINGEN
(1/7)
Gebruik van de kaart
De kaart kan geen portieren ontgrendelen
of vergrendelen.
5.32
MOGELIJKE OORZAKEN
Batterij van de card leeg.
Gebruik van apparaten die op dezelfde fre-
quentie als de card werken (mobiele telefoon,
enz.).
De auto bevindt zich in een sterk elektromag-
netisch veld.
Accu van de auto ontladen.
Het bericht "Plaats de kaart in zone + START"
verschijnt op het instrumentenpaneel.
De motor van de auto is gestart.
Desynchronisatie van de kaart.
WAT TE DOEN
Vervang de batterij. U kunt nog steeds uw
auto vergrendelen/ontgrendelen en star-
ten. ➥ 1.16 en ➥ 2.5
Gebruik deze apparaten niet langer of ge-
bruik de sleutel. ➥ 1.16
Gebruik de sleutel die in de kaart is inge-
bouwd. ➥ 1.16
Plaats de card in de daarvoor bestemde
positie ➥ 2.5 en druk vervolgens op de
op START-toets.
Als de motor draait, werkt het vergrende-
len/ontgrendelen met de card niet. Zet het
contact uit.
Ontgrendel het bestuurdersportier door de
sleutel die in de kaart zit, in het portierslot
te steken ➥ 1.16 Plaats daarna de kaart in
de daarvoor bestemde positie ➥ 2.5 en
druk op START om de kaart te synchro-
niseren.