7.2
Inschakelen
7.2.1
Maatregelen bij de inbedrijfstelling en testrun
Voer na de montage of na revisies een testrun uit:
1. Start de machine onbelast. Sluit daartoe de vermogensschakelaar en schakel ze indien
mogelijk niet voortijdig uit. Controleer of de machine rustig loopt.
Uitschakelen vlak na het starten als het toerental nog laag is ter controle van de draairichting
of ter controle moeten absoluut tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.
Laat de machine voor het herinschakelen uitlopen.
2. Wanneer het mechanisme van de machine onbelemmerd loopt, kunt u de aanwezige
koelinrichtingen inschakelen. Observeer de machine enige tijd wanneer deze onbelast
loopt.
3. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten.
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 10/2018, A5E42179677A
LET OP
Mechanische schade aan de cilindrische rollagers voorkomen
Houd absoluut de radiale minimale belasting van de cilindrische rollagers van 50% volgens
de informatie in de catalogus aan.
LET OP
Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding
De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende
traagheidsmoment. Tijdens het starten aan het net bedraagt de stroombelasting van de
motor een veelvoud van de nominale stroom. Dit kan tot een thermische overbelasting
leiden. De motor kan beschadigd worden.
Let daarom bij de aanloop op het volgende:
● Controleer de aanlooptijd en het aantal opeenvolgende aanloopprocessen.
● Neem de in de catalogus of opdrachtdocumentatie vermelde grenswaarden resp.
aanloopvoorwaarden in acht.
Inbedrijfstelling
7.2 Inschakelen
75