Beschrijving
3.3 Opbouw
Basisbouwvorm code
IM B35 (IM 2001)
3.3.6
Veiligheidsklasse
De veiligheidsklasse van de machine staat aangegeven op het typeplaatje. De machine kan
in een stoffige of vochtige omgeving worden geplaatst.
3.3.7
Omgevingsomstandigheden
Grenswaarden voor standaarduitvoering
Relatieve luchtvochtigheid bij omgevingstempera‐
tuur
Omgevingstemperatuur
Installatiehoogte
Lucht met normaal zuurstofgehalte, algemeen
In de standaarduitvoering is de machine niet geschikt voor gebruik in zouthoudende of
agressieve atmosferen of voor gebruik in de buitenlucht.
Grenswaarden voor speciale uitvoeringen
Bij afwijkende omgevingsvoorwaarden gelden de specificaties op het vermogensplaatje of in
de catalogus.
3.3.8
Optionele aanbouw- en inbouwonderdelen
Machines kunnen van de volgende inbouwonderdelen zijn voorzien:
● In de statorwikkeling geïntegreerde temperatuursensor als temperatuurcontrole en als
beveiliging tegen oververhitting van de statorwikkeling.
Machines kunnen van de volgende aanbouwonderdelen zijn voorzien:
● Draai-impulsgever
● Meetnippel voor SPM-stootimpulsmeting ter controle van de lagers
Opmerking
Overige documenten
Neem alle meegeleverde documentatie van deze machine in acht.
22
T
40 °C
amb
Grafische weergave
max. 55 %
-20 °C tot +40 °C
≤ 1000 m
V / V )
21 % (
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 10/2018, A5E42179677A