Elektrische aansluiting
6.3 Machine aansluiten
6.3.1.7
Aansluiten van los naar buiten geleide kabels
Bij aansluitleidingen die los uit de machine worden geleid, is in de aansluitsokkel van de
machinebehuizing geen klembord aangebracht. De aansluitleidingen worden in de fabriek
rechtstreeks aangesloten op de aansluitingen van de statorwikkeling.
De aansluitleidingen zijn met een kleur of een beschrijving gemarkeerd De klant sluit de
afzonderlijke leidingen volgens de beschrijving rechtstreeks aan op de schakelkast van zijn
installatie.
6.3.1.8
Aansluiten met/zonder kabelschoenen
Verdeel bij aansluitklemmen met klembeugel de geleiders zodanig, dat aan beide kamzijden
ongeveer even hoge klemhoogten ontstaan. Bij deze manier van aansluiten moet u een
afzonderlijke leiding u-vormig buigen of een behulp van een kabelschoen aansluiten. Dit geldt
ook voor de inwendige en uitwendige aardleideraansluiting.
Bij het aansluiten met kabelschonen moet hun formaat worden uitgekozen in
overeenstemming met de noodzakelijke dwarssnede van de ader en het boutformaat. Een
schuine plaatsing is enkel toegelaten in zoverre de noodzakelijke lucht- en kruiptrajecten
worden gerespecteerd.
De uiteinden van de geleiders dienen zodanig te worden geïsoleerd dat de resterende isolatie
bijna tot aan de kabelschoen reikt.
Opmerking
De stroombestendige verbinding wordt gewaarborgd door een direct contact tussen de
kabelschoenvlakken en de contactmoer resp. contactschroef.
6.3.1.9
Minimum luchtafstanden
Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde
delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden.
Tabel 6-2
De waarden gelden voor een installatiehoogte tot 2000 m.
Bij vaststelling van de benodigde minimale luchtafstand mag de spanningswaarde in de tabel met de
factor 1,1 worden verhoogd, zodat het huidige nominale spanningsbereik bij algemeen gebruik in acht
wordt genomen.
60
Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning
Effectieve waarde van de wisselspanning
≤ 250 V
≤ 500 V
≤ 630 V
≤ 1000 V
U
Minimale luchtafstand
eff
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 10/2018, A5E42179677A
U
eff
mm
3,0
3,0
5,5
8,0