Montage
5.4 Machine monteren
5.4
Machine monteren
5.4.1
Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop
Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop:
● Stabiele vormgeving van de fundering
● Nauwkeurig uitrichten van de machine
● Correcte uitbalancering van de op het aseinde op te trekken delen
● Naleven van de trillingswaarden volgens ISO 10816‑3
5.4.2
Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen
5.4.2.1
Selectie van de kabels
● Gebruik voor de veilige bevestiging van de machine en voor de overdracht van de krachten
als gevolg van het draaimoment bevestigingsschroeven met ten minste sterkteklasse 8.8
volgens ISO 898‑1 indien niets anders is voorgeschreven.
● Bij de keuze van de bouten en de vormgeving van het fundament dient rekening te worden
gehouden met de maximaal voorkomende krachten in geval van storing, bijv. kortsluiting
of omschakeling van het net in tegenfase etc.
Indien gewenst, kunt u de waarden voor de funderingskrachten opvragen bij het
Service Center.
5.4.2.2
Horizontale bouwvorm met voeten
1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en
van de fabrikant van de koppeling.
2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen
parallel en zonder verspringing verlopen. Daardoor werden er tijdens het bedrijf geen
bijkomende krachten in op de lageringen.
3. Voor de verticale positionering (x→0) plaatst u dunne platen onder de machinevoeten.
Gebruik zo weinig mogelijk platen. Dit betekent dat er zo weinig mogelijk hulpstukken op
elkaar mogen worden gestapeld. Daarmee wordt het vastzetten van de machines
vermeden. Gebruik de eventueel aanwezige schroefdraad voor afdrukbouten om de
machine wat op te tillen.
50
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 10/2018, A5E42179677A