Geavanceerde HemoSphere-monitor
Om een eerder gebruikte interventie in te voeren:
Selecteer de interventie uit het tabblad met de lijst Recente.
1
2
Om een opmerking toe te voegen, te bewerken of te verwijderen, raakt u het
toetsenbordpictogram
Raak het pictogram voor invoeren
3
Nadat het type interventie is geselecteerd, worden markeringen die de interventie aanduiden visueel
weergegeven in alle grafieken. Deze markeringen kunnen worden geselecteerd voor meer informatie.
Na het aanraken van de markering wordt een informatieballon geopend. Zie afbeelding 5-8, 'Grafische
trendscherm - Interventie-informatieballon'. De informatieballon geeft de specifieke interventie, datum,
tijd en opmerkingen bij de interventie weer. Door de knop Bewerken aan te raken, kan de gebruiker de tijd,
datum en opmerkingen die betrekking hebben op de interventie, bewerken. Als u de knop Einde aanraakt,
wordt de ballon gesloten.
OPMERKING
Bewerken van interventies.
bewerkt na de initiële invoer:
Raak de indicator voor interventiegebeurtenis
1
Raak het pictogram voor bewerken
2
Om de tijd van de geselecteerde interventie te wijzigen, raakt u Tijd aanpassen aan en voert
3
u de bijgewerkte tijd in op het toetsenblok.
Om de datum te wijzigen, raakt u Datum aanpassen aan en voert u de bijgewerkte datum
4
in op het toetsenblok.
Raak het toetsenbordpictogram
5
Raak het pictogram voor invoeren
6
aan.
Tabel 5-2 Interventiegebeurtenissen
Interventie
verandering %
Interventie
(groen)
Positiestelsel
(paars)
Vloeistoffen
(blauw)
Aangepast
(grijs)
De informatieballon verdwijnt na 2 minuten.
De tijd, datum en bijbehorende notitie voor elke interventie kunnen worden
5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor
aan.
Type
Inotropie
Vasodilatator
Vasopressor
PEEP
PLR
Trendelenburg
Rode bloedcellen
Colloïd
Kristalloïd
Aangepaste
gebeurtenis
aan die bij de te bewerken interventie hoort.
in de informatieballon aan.
aan om opmerkingen in te voeren of te bewerken.
aan.
74