Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 173

Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere-monitor
De meeste interventies ter behandeling van SV (of SVI) en MAP hebben voornamelijk invloed op SV
en de bepalende factoren preload, contractiliteit en afterload. Ondersteuning bij behandelingsbeslissingen
moet integraal informatie verstrekken over alle drie deze aspecten, aangezien deze vaak met elkaar in
verband staan.
SVV is beperkt als maateenheid voor preload voor patiënten die mechanisch worden beademd met een
stabiele beademingsfrequentie en teugvolumes en die geen intra-abdominale insufflatie hebben [6, 7].
SVV wordt het best gebruikt in combinatie met een beoordeling van het slagvolume of hartminuutvolume.
dP/dt wordt het best gebruikt in combinatie met variatie in slagvolume en een beoordeling van het
slagvolume of hartminuutvolume.
LET OP
Door de arteriële elastantie te normaliseren met de ventriculaire elastantie, wordt hun verhouding een index
voor de match tussen het LV en het arteriële systeem. Bij een match is sprake van een optimale doorgifte
van bloed van het LV aan het arteriële systeem zonder energieverlies en met optimale slagarbeid [3, 8, 9].
Van Ea
is aangetoond dat het een indicatie geeft van de potentiële afterload-responsiviteit, om de
dyn
MAP te verhogen, door verhoging van het volume bij kunstmatig beademde patiënten die reageren op
preload-volume [4] en bij spontaan ademende patiënten [5]. Afterload-responsiviteit op verhoging van
MAP is mogelijk groter bij waarden van Ea
Ea
is niet beperkt tot patiënten die kunstmatig worden beademd omdat het een berekening is die
dyn
wordt weergegeven als de verhouding van PPV/SVV [5, 8]. Ea
met variatie in slagvolume (bij beademde patiënten) en een beoordeling van het slagvolume of
hartminuutvolume.
SVV, dP/dt en Ea
het volume ter verhoging van de preload en het slagvolume leidt tot een toename van het hartminuutvolume
en de arteriële druk; de afterload op het ventrikel neemt daardoor toe. Door verhoging van de afterload
(verhoging van de aortadruk) door toename van de systemische vasculaire weerstand, neemt het slagvolume
af. Het resulterende grotere eindsystolische volume leidt echter tot een secundaire toename van het
einddiastolische volume, omdat er na ejectie meer bloed in het ventrikel achterblijft en omdat dit extra bloed
wordt toegevoegd aan de veneuze terugslag, waardoor de ventriculaire vulling toeneemt, waardoor de
contractiliteit toeneemt (Frank-Starlingmechanisme) en de afname van het slagvolume als gevolg van
de initiële toename van de afterload deels compenseert.
SVV, dP/dt en Ea
een interveniërende behandeling van SV of SV en MAP.
Preload
Contractiliteit
Wees voorzichtig bij het gebruik van dP/dt bij patiënten met ernstige aortastenose,
aangezien de stenose de koppeling tussen het linkerventrikel en de afterload kan
verminderen.
delen de eigenschap dat de een zelden onafhankelijk is van de andere. Verhoging van
dyn
zijn bedoeld als integratieve parameters ter ondersteuning van beslissingen als gids voor
dyn
Afterload
> 0,8 [4, 5, 8].
dyn
wordt het best gebruikt in combinatie
dyn
173
12 Geavanceerde eigenschappen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere

Inhoudsopgave