Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tabel 12-1 Hpi-Weergaveconfiguraties - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:
Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere-monitor
De parameter Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI), die op alle bewakingsschermen kan worden
geconfigureerd als een hoofdparameter, wordt weergegeven als geheel getal variërend van 0 tot 100, waarbij
hogere waarden duiden op een grotere waarschijnlijkheid van een hypotensiegebeurtenis. Daarnaast levert
de software Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) twee aanvullende niet-configureerbare parameters
die alleen op het secundaire HPI-scherm worden weergegeven: dP/dt en Ea
ondersteuning bieden bij beslissingen op basis van preload-responsiviteit [SVV], contractiliteit [dP/dt]
en afterload [Ea
op pagina 170 en Klinische toepassing op pagina 171 voor meer informatie over SVV, dP/dt en Ea
Om de Acumen HPI-software te activeren, moet er op het platform een wachtwoord worden ingevoerd
om het scherm Functies beheren te openen. Hier moet een activeringscode worden ingevoerd. Neem
contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards voor meer informatie over het inschakelen
van deze geavanceerde functie.
Net als andere bewaakte parameters worden de HPI-waarden iedere 20 seconden bijgewerkt. Wanneer de
HPI-waarde hoger wordt dan 85, wordt een alarm met hoge prioriteit afgegeven. Als de HPI-waarde twee
achtereenvolgende metingen (in totaal 40 seconden) hoger is dan 85, verschijnt een pop-upmelding voor
'HPI hoog' op het scherm waarin wordt aanbevolen de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen.
De hemodynamische informatie die betrekking heeft op hypotensie is voor de gebruiker beschikbaar op
het secundaire HPI-scherm. Deze informatie omvat verschillende belangrijke parameters (MAP, CO, SVR,
PR en SV) en meer geavanceerde indicatoren van preload, contractiliteit en afterload (SVV, dP/dt, Ea
De hemodynamiek van de patiënt kan ook worden beoordeeld door de hoofdparameters te controleren die
op dat moment zijn geconfigureerd, zoals SVV, CO en SVR.
Nadat de functie Acumen-HPI is geactiveerd, kan de gebruiker ervoor kiezen om de Acumen-
hypotensievoorspellingsindex (HPI) te configureren als hoofdparameter, deze weer te geven op de
informatiebalk of deze in het geheel niet weer te geven.
Raadpleeg de paragrafen HPI als hoofdparameter en HPI in de informatiebalk voor informatie over het
configureren van de parameter. Raadpleeg HPI als hoofdparameter op pagina 166 en HPI op informatiebalk op
pagina 168.
De alarm- en meldingsfuncties voor HPI verschillen per gekozen weergave-optie voor HPI, zoals
beschreven in tabel 12-1.
Weergave-optie
Hoofdparameter
Niet weergegeven
• Een klinische situatie waarin de arteriële druk als onnauwkeurig of niet-
representatief voor de aortadruk wordt beschouwd, waaronder, maar niet beperkt tot:
* Extreme perifere vasoconstrictie resulterend in een aangetaste curve van de
radiale arteriële druk
* Hyperdynamische aandoeningen, zoals na een levertransplantatie
• Overmatig bewegen door de patiënt
• Interferentie van een elektrocauterisatie-unit of een elektrochirurgische unit
Regurgitatie van de aortaklep kan een overschatting veroorzaken van het berekende
slagvolume/hartminuutvolume, afhankelijk van de omvang van de klepaandoening
en het volume dat terugstroomt in het linkerventrikel.
]. Raadpleeg Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) op pagina 164, Secundair HPI-scherm
dyn

Tabel 12-1 HPI-weergaveconfiguraties

Hoorbaar en zichtbaar alarm
Informatiebalk
Ja
Nee
Nee
163
12 Geavanceerde eigenschappen
die samen met SVV
dyn
.
dyn
dyn
Pop-upmelding
Ja
Ja
Nee
).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere

Inhoudsopgave