Geavanceerde HemoSphere-monitor
Tabel A-1 Essentiële prestaties van de geavanceerde HemoSphere-monitor – transiënte
Module
Parameter
of kabel
Algemeen: alle bewakingsmodi en parameters
HemoSphere-
continue cardiac output (CO)
Swan-Ganz-
en bijbehorende parameters,
module
zowel geïndexeerd als niet-
geïndexeerd (SV, SVR,
RVEF, EDV)
intermitterende cardiac output
(CO) en bijbehorende
parameters, zowel geïndexeerd
als niet-geïndexeerd (SV, SVR)
HemoSphere-
arteriële bloeddruk (SYS, DIA,
drukkabel
MAP), centraalveneuze
bloeddruk (CVD),
longslagaderbloeddruk (MPAP)
HemoSphere-
zuurstofsaturatie (gemengde
oximetriekabel
veneuze SvO
veneuze ScvO
en niet-transiënte elektromagnetische fenomenen
Essentiële prestaties
Geen onderbreking van huidige bewakingsmodus. Geen onverwacht
opnieuw opstarten of stopzetten van werking. Geen spontane
activering van gebeurtenissen waarvoor gebruikersinteractie nodig
is om te initiëren.
Aansluitingen van de patiënt bieden bescherming voor de defibrillator.
Na blootstelling aan de defibriliatiespanning keert het systeem
binnen 15 seconden terug naar een werkende staat.
Na het transiënte elektromagnetische fenomeen keert het systeem
binnen 10 seconden terug naar een werkende staat. Als Swan-Ganz
continue cardiac output (CO) actief was tijdens het voorval, begint
het systeem automatisch opnieuw met bewaken. Het systeem zal
geen verlies van opgeslagen gegevens laten zien na tijdelijke
elektromagnetische fenomenen.
Bij gebruik met chirurgische HF-apparatuur zal de monitor na
blootstelling aan het veld dat door de chirurgische HF-apparatuur
wordt geproduceerd binnen 10 seconden terugkeren naar de
bedrijfsmodus zonder verlies van de opgeslagen gegevens.
Bewaakt de oppervlaktetemperatuur en tijd op temperatuur van
het filament. Als een drempelwaarde voor tijd en temperatuur
(boven 45 °C) wordt overschreden, stopt de bewaking en wordt
er een alarm geactiveerd.
Meting van de bloedtemperatuur binnen de aangegeven
nauwkeurigheid (± 0,3 °C). Alarm als bloedtemperatuur buiten
bewakingsbereik ligt.
Alarm als CO en gerelateerde parameters buiten alarmbereiken
liggen. Alarmvertraging op basis van een variabele middelingstijd.
Gebruikelijke middelingstijd is 57 seconden.
Meting van de bloedtemperatuur binnen de aangegeven
nauwkeurigheid (± 0,3 °C).
Alarm als bloedtemperatuur buiten bewakingsbereik ligt
Meting van bloeddruk binnen gespecificeerde nauwkeurigheid
(± 4% of ± 4 mmHg, welk van de twee groter is).
Alarm als bloeddruk buiten alarmbereiken valt. Alarmvertraging
op basis van middelingstijd is 2 seconden.
Het apparaat ondersteunt detectie van invasieve druktransducer
en fout transducerkabel.
Het apparaat ondersteunt detectie van losgekoppelde katheter.
Meting van zuurstofsaturatie binnen aangegeven nauwkeurigheid
(± 2% zuurstofsaturatie).
of centraal-
2
)
2
Alarm als zuurstofsaturatie buiten alarmbereiken liggen.
Alarmvertraging op basis van middelingstijd is 2 seconden.
205
A Specificaties