Geavanceerde HemoSphere-monitor
Bevestig dat de weergegeven gegevens overeenkomen met de huidige patiënt voordat u op Ja drukt
•
om de oximetriegegevens op te vragen. Het opvragen van onjuiste oximetriekalibratiegegevens en
demografische gegevens van de patiënt zal resulteren in onjuiste metingen. (hoofdstuk 11)
De Acumen-hypotensievoorspellingsindex (HPI) mag niet als enige worden gebruikt voor de
•
behandeling van patiënten. Aanbevolen wordt de hemodynamiek van de patiënt te beoordelen
voordat met een behandeling wordt gestart. (hoofdstuk 12)
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde
•
HemoSphere-monitor die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires, kabels en/of onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid
van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen. (bijlage B)
De geavanceerde HemoSphere-monitor bevat geen onderdelen die door de gebruiker
•
gerepareerd of vervangen kunnen worden. Het verwijderen van de kap of enige andere
demontage zal u blootstellen aan gevaarlijke spanningen. (bijlage F)
Schok- of brandgevaar! Dompel de geavanceerde HemoSphere-monitor, modules of platformkabels
•
niet onder in een vloeistof of oplossing. Laat geen vloeistof in het instrument komen. (bijlage F)
Explosiegevaar! Maak de batterij niet open, probeer niet hem te verbranden, vermijd opslag bij hoge
•
temperaturen en veroorzaak geen kortsluiting in de batterij. De batterij kan vlam vatten, ontploffen,
lekken of heet worden en zo ernstig persoonlijk letsel of overlijden veroorzaken. (bijlage F)
Het gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires, sensoren en kabels kan resulteren in
•
toegenomen elektromagnetische emissie of verminderde elektromagnetische immuniteit. (bijlage G)
De geavanceerde HemoSphere-monitor mag op geen enkele manier worden aangepast. (bijlage G)
•
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en andere veroorzakers van elektromagnetische
•
storing, zoals diathermie, lithotripsie, RFID, elektromagnetische antidiefstalsystemen en
metaaldetectoren, kunnen mogelijk van invloed zijn op alle elektronische medische apparatuur,
waaronder de geavanceerde HemoSphere-monitor. Richtlijnen voor het aanhouden van voldoende
afstand tussen communicatieapparatuur en de geavanceerde HemoSphere-monitor vindt u in
tabel G-3. De effecten van andere RF uitstralende apparatuur zijn onbekend en kunnen de werking
en veiligheid van het HemoSphere-bewakingsplatform verstoren. (bijlage G)
2.3 Let op
Hieronder staan de let op-meldingen die worden gebruikt in de bedieningshandleiding van de geavanceerde
HemoSphere-monitor. Ze zijn in de handleiding opgenomen waar dit relevant is voor de functie of ingreep
die wordt beschreven.
De federale wet (VS) beperkt de verkoop van dit instrument tot verkoop door of op voorschrift
•
van een arts.
Controleer de geavanceerde Hemosphere-monitor en alle accessoires en apparatuur die met de
•
monitor worden gebruikt voorafgaand aan gebruik op schade. Onder schade vallen bijvoorbeeld
scheuren, krassen, deuken blootliggende elektrische contacten, of tekenen dat de behuizing niet
volledig in orde is.
34
2 Veiligheid en symbolen