Geavanceerde HemoSphere-monitor
5.1 Uiterlijk van de geavanceerde HemoSphere-monitor
Alle bewakingsfuncties worden bediend door het juiste deel van het aanraakscherm aan te raken.
De navigatiebalk links op het scherm biedt verschillende bedieningselementen voor het stoppen en starten
van bewaking, het bladeren door schermen en het selecteren van schermen, het uitvoeren van klinische
effecten, het aanpassen van systeeminstellingen, het maken van schermopnamen en het onderdrukken van
alarmen. De belangrijkste onderdelen van het scherm van de geavanceerde HemoSphere-monitor worden
hieronder getoond in afbeelding 5-1. Het hoofdvenster geeft de huidige weergave voor bewaking of het
menuscherm weer. Voor details over de typen weergaven voor bewaking, raadpleeg Monitorweergaven
op pagina 69. Voor details over andere schermfuncties, zie de secties waarnaar wordt verwezen in
afbeelding 5-1.
Navigatiebalk
(sectie 5.2)
Hoofdvenster
Afbeelding 5-1 Functies van het scherm van de geavanceerde
HemoSphere-monitor
5 Navigeren van de geavanceerde HemoSphere-monitor
66
Parameterbol
(sectie 5.3.1)
Informatiebalk
(sectie 5.5)
Statusbalk
(sectie 5.6)