RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN
MOTOR DRAAIT NIET
1. Motorstopschakelaar.
-
Let erop dat de motorstopschakelaar op AAN staat.
2. D.E.S.S.-sleutel is niet in D.E.S.S.-contact geplaatst.
Plaats de sleutel stevig in het D.E.S.S.-contact.
-
3. Transmissie staat niet in de PARKEER-stand (P) of in NEUTRAAL (N).
-
Schakel naar de PARKEER-stand of NEUTRAAL (alleen 570) of druk
de remhendel in.
4. Zekering doorgebrand.
-
Controleer de staat van de hoofdzekering.
5. Accu te zwak of verbindingen los.
Controleer het oplaadsysteem.
-
Controleer de staat van de verbindingen en aansluitklemmen.
-
Laat de accu nakijken.
-
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
-
6. Verkeerde D.E.S.S.-sleutel. Op de multifunctionele display wordt BAD
KEY (verkeerde sleutel) weergegeven.
-
Gebruik de juiste sleutel voor dit voertuig.
7. Startaccu te zwak of verbindingen los.
Controleer de aansluitingen van de startaccu
-
Controleer de startrelais.
-
8. Voertuig wordt geactiveerd wanneer de START-knop wordt ingedrukt.
-
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
MOTOR WENTELT MAAR START NIET
1. Geen brandstof in de motor (bougie droog bij verwijdering).
-
Controleer het brandstofpeil.
-
Mogelijk is de brandstofpomp defect.
-
Controleer de zekering en relais van de brandstofpomp.
-
Als de motor niet start, zorgt u voor onderhoud, reparatie of vervan-
ging door een erkende Can-Am dealer, reparatiebedrijf of iemand
anders van uw keuze. Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE
GARANTIE VAN US EPA in deze handleiding voor informatie over
garantieclaims.
160