ONDERHOUDSPROCEDURES
Laat de werking van het koelsys-
teem controleren door een erkende
Can-Am-dealer, reparateur of ie-
mand naar uw keuze.
Motorkoelvloeistof
Controle motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is.
Voeg nooit koelvloeistof toe aan
het koelsysteem terwijl de mo-
tor heet is.
1.
Plaats het voertuig op een
vlakke ondergrond.
2.
Verwijder de zitting.
3.
Hef het voorste deel van het
middenpaneel op.
TYPISCH
1. Hier opheffen
4.
Verwijder de console. Zie
UITRUSTING .
5.
Verwijder de dop van de mo-
torkoelvloeistoftank.
6.
Wanneer het voertuig op een
vlak oppervlak staat moet het
vloeistofpeil tussen de MIN.
en MAX. merktekens van het
koelmiddelreservoir staan.
116
1. Motorkoelvloeistofreservoir
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur van
minder dan 20 °C, mag het iets
onder het MIN. merkteken liggen.
7.
Vul zoveel koelvloeistof bij als
nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de dop van het koel-
vloeistofreservoir niet als de
motor warm is.
8.
Gebruik een trechter om
morsen te vermijden. Nooit
te veel bijvullen.
9.
Sluit de dop van het reservoir
opnieuw en draai hem stevig
aan.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet
terwijl de motor warm is, om
brandwonden te voorkomen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloei-
stof aan uw koelsysteem moet
toevoegen wijst dit op lekkage of
motorproblemen. Raadpleeg een
erkende Can-Am dealer.
Installeer opnieuw:
-
Console
-
Meterhouder
-
Stoel.