SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
1. ophefschakelaar
De ophefschakelaar dient voorna-
melijk om de snelheidsbeperking
van de motor in achteruit op te
heffen, waardoor het maximale
koppel van de motor kan worden
gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik de ophefschakelaar al-
leen om het voertuig uit de
modder of een andere zachte
ondergrond te halen. Gebruik
de opheffunctie niet voor norma-
le werking in achteruit. Zo zou
u aan een te hoge snelheid
achteruit kunnen rijden, waar-
door het risico op controlever-
lies groter kan worden.
Om gebruik te maken van de ophef-
functie, gaat u als volgt te werk:
Zet de schakelhendel in de ACH-
TERUIT-stand (R).
1. Controleer of het voertuig stil-
staat.
2. Hou de ophefschakelaar inge-
drukt en duw het gaspedaal
vervolgens geleidelijk in.
OPMERKING: Bij gebruik van de
opheffunctie schuift de melding
NEGEREN over de meter om te
bevestigen dat de functie is geacti-
veerd.
48
3. Om de opheffunctie uit te
schakelen, laat u de ophefscha-
kelaar gewoon los.
De ophefschakelaar heeft nog twee
andere functies:
-
Ga naar de modus MELDINGS-
WEERGAVE om de melding
BINNENKORT ONDERHOUD
te wissen.
-
Om het voertuig te verplaatsen
indien het gaspedaal niet meer
zou werken, raadpleegt u het
onderdeel RICHTLIJNEN VOOR
HET OPLOSSEN VAN PROBLE-
MEN ).