WAARSCHUWING
Roteer de banden niet. De ban-
den vooraan en achteraan heb-
ben een andere maat. De linker-
en rechterbanden hebben ver-
schillende unidirectionele pro-
fielen.
Vervanging banden
De banden moeten vervangen
worden door een erkende Can-Am
dealer.
WAARSCHUWING
-
Vervang de banden alleen door
banden van hetzelfde type en
bandenmaat als de originele
banden.
-
Let erop dat u banden met een
unidirectioneel profiel in de
juiste draairichting monteert.
-
De banden moeten vervangen
worden door een ervaren per-
soon, in overeenstemming
met de normen en het gereed-
schap gebruikt in de sector.
Banden plaatsen op
Beadlockwielen
1. Plaats de band op het wiel. Aan
de andere kant van de beadlock
brengt u smeermiddel voor het
plaatsen van de band aan op de
binnenste hiel van de band en
het wiel, om ervoor te zorgen
dat de band goed zal zitten
wanneer deze opgepompt
wordt. Plaats de binnenste hiel
zoals gebruikelijk over het wiel.
OPMERKING
band alleen aan de zijde van
de beadlocks.
Plaats de buitenste hiel van de
band in de schouder van de
binnenste ring van de beadlock
en centreer de band.
Installeer de
ONDERHOUDSPROCEDURES
TYPISCH
1. Buitenste hiel band
2. Schouder binnenste beadlockring
2. Smeer alle beadlockschroeven
met
LOCTITE 767 (SMEERMIDDEL
TEGEN HET VASTVRETEN)
(Stuknr. 293 800 070)
of een gelijkaardig product, om
te vermijden dat de schroeven
gaan vastkleven.
3. Plaats alle beadlockschroeven.
Begin alle schroeven met de
hand aan te draaien, om ervoor
te zorgen dat alle schroeven vlot
ingeschroefd kunnen worden
en niet tegenwringen.
OPMERKING
De beadlockschroe-
ven niet aandraaien met een
moerenaanzetter. Wanneer u een
moerenaanzetter gebruikt, be-
staat er een groot risico dat de
schroeven breken of buigen.
TYPISCH
4. Draai de beadlockschroeven aan
volgens deze specificaties en in
deze volgorde.
OPMERKING: Om te zorgen voor
een gelijkmatige druk op de bead-
109