Klokje en gebruik van de timer(s)
Als u na het instellen van de timer(s) het
klokje bijstelt, worden alle timerinstellingen
om veiligheidsredenen geannuleerd.
TIMER 1 en 2 instellen
Om veiligheidsredenen kunt u uitsluitend
tijden voor het komende etmaal program-
meren en dus niet voor meerdere dagen
tegelijk.
– Ga met de draairing (B) naar TIMER 1.
– Druk kort op de knop RESET (C), zodat
de uuraanduiding gaat knipperen.
– Ga met de draairing (B) naar het
gewenste tijdstip in uren.
– Druk lichtjes op de knop RESET om
toegang te krijgen tot de knipperende
minutenaanduiding.
– Ga met de draairing (B) naar het
gewenste tijdstip in minuten.
– Druk lichtjes op de knop RESET om uw
instelling te bevestigen.
– Druk op de knop RESET om de timer te
activeren.
Wanneer u TIMER 1 hebt ingesteld, kunt u
naar TIMER 2 gaan. U stelt deze timer op
dezelfde manier in als TIMER 1.
Timergestuurde standverwarming
voortijdig uitschakelen
Doe het volgende om de timergestuurde
verwarming uit te schakelen voordat de timer
dat doet:
– Druk op de knop READ (A).
– Ga met behulp van de draairing B naar
TIMER PARK.VERW 1 of 2. De tekst
AAN knippert.
– Druk op de knop RESET (C). De tekst
UIT brandt continu en de verwarming
wordt uitgeschakeld.
Standverwarming meteen
inschakelen
– Ga met de draairing (B) naar DIRECTE
START.
– Druk op de knop RESET (C) om de
opties AAN of UIT te selecteren.
Selecteer AAN.
De standverwarming zal vervolgens
60 minuten lang blijven werken. De
verwarming van het interieur gaat van start,
zodra de koelvloeistof in de motor op tempe-
ratuur gekomen is.
Standverwarming meteen uitschakelen
– Ga met de draairing (B) naar DIRECTE
START.
– Druk op de knop RESET (C) om een van
de opties AAN of UIT te selecteren.
– Kies UIT.
Klimaatregeling
Accu en brandstof
Als de accu niet voldoende opgeladen is of
als de brandstoftank bijna leeg is, wordt de
standverwarming uitgeschakeld. Er verschijnt
in dat geval een bericht op het display. U
moet dit bericht met de knop READ (A)
bevestigen.
BELANGRIJK!
Herhaaldelijk gebruik van de standver-
warming bij korte ritten kan ertoe leiden
dat de accu uitgeput raakt en startpro-
blemen opleveren.
Om er zeker van te zijn dat de dynamo
evenveel energie produceert als de
verwarming afneemt, moet u bij regel-
matig gebruik van de verwarming
minstens even lang met de auto rijden als
de inschakelduur van de verwarming.
Extra verwarming (diesel)
(bepaalde landen)
Bij koud weer kan extra verwarming nodig zijn
om de passagiersruimte voldoende te
verwarmen.
De extra verwarming wordt automatisch
ingeschakeld wanneer er extra warmte nodig
is terwijl de motor loopt. De verwarming
wordt automatisch uitgeschakeld, wanneer
het warm genoeg is of wanneer de motor
wordt afgezet.
77