Wielen en banden
Wielen verwisselen
– Zet de krik onder een kriksteunpunt neer
en breng de krik zo ver omhoog dat deze
tegen de bodemplaat van de auto
aankomt. Controleer of u de krik juist hebt
aangebracht onder het kriksteunpunt,
voordat u de auto van de grond krikt. Stel
de krik vervolgens dusdanig af dat de
voet van de krik loodrecht onder het
kriksteunpunt van de auto zit (zie
afbeelding). Breng geen blokken hout of
iets dergelijks onder de krik aan, omdat
de draagkracht van de krik daardoor
afneemt.
156
WAARSCHUWING!
Wanneer u de auto op het verkeerde punt
opkrikt, kan de auto van de krik vallen. Er
bestaat dan gevaar voor verwondingen!
– Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel
van de grond komt.
– Draai de wielbouten los en verwijder het
wiel.
Wielen monteren
– Reinig de contactvlakken op het wiel en
de naaf.
– Breng het wiel aan. Draai de wielbouten
vast.
– Breng de auto zo ver omlaag dat de
wielen niet meer ongehinderd kunnen
draaien.
– Draai de wielbouten kruiselings telkens
iets strakker vast. Aanhaalmoment:
140 Nm (14,0 kpm). Het is belangrijk dat
u de bouten met het juiste aanhaal-
moment vastdraait. Controleer het
aanhaalmoment dan ook met een
momentsleutel.
– Schroef de krik weer volledig in elkaar,
voordat u deze in de bagageruimte
teruglegt. Bind de krik vervolgens weer
vast.
– Controleer of het nieuwe wiel de juiste
bandenspanning heeft.
N.B. Wielbouten zijn er twee verschillende
uitvoeringen afhankelijk van de vraag of er
stalen of lichtmetalen velgen op uw auto
zitten. Op de wielbouten van lichtmetalen
velgen zitten losse ringen, terwijl die op de
bouten voor stalen velgen ontbreken.
Let erop dat u de juiste soort bouten gebruikt.
Neem bij twijfel contact op met uw Volvo-
werkplaats.