Controle- en waarschuwingslampjes
Storing in ABS
Als het waarschuwingslampje voor
het ABS -systeem oplicht, werkt het
ABS -systeem niet meer. Het
normale remsysteem van de auto
werkt dan nog, zij het zonder ABS -regeling.
– Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en zet de motor af. Start de
motor opnieuw.
– Als het waarschuwingslampje dooft, kunt
u verder rijden. Er was dan geen sprake
van een werkelijke storing.
– Als het waarschuwingslampje echter blijft
branden, moet u de auto naar een
erkende Volvo-werkplaats rijden om het
ABS -systeem te laten controleren.
Storing in remsysteem
Als het lampje voor het remsysteem
oplicht, is het mogelijk dat het
remvloeistofpeil te laag is.
– Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en controleer het peil in het
remvloeistofreservoir.
Als het peil lager is dan het MIN-merkje van
het reservoir, kunt u beter niet verder rijden
met de auto. Laat de auto naar een erkende
Volvo-werkplaats slepen om het remsysteem
te controleren.
Als de waarschuwingslampjes
REMSYSTEEM en ABS tegelij-
kertijd branden, kan er een storing in
de remkrachtverdeling zijn
opgetreden.
– Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en zet de motor af. Start de
motor opnieuw.
• Als de beide lampjes weer doven, was er
geen sprake van een werkelijke storing.
• Als de waarschuwingslampjes echter
blijven branden, moet u het peil in het
remvloeistofreservoir controleren.
• Als het peil lager is dan het MIN -merkje
van het remvloeistofreservoir, kunt u beter
niet verder rijden met de auto. Laat de
auto naar een erkende Volvo-werkplaats
slepen om het remsysteem te controleren.
• Als de lampjes echter blijven branden
ondanks dat het peil in het remvloei-
stofpeil in orde is, moet u de auto uiterst
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
erkende Volvo-werkplaats rijden om het
remsysteem te laten controleren.
WAARSCHUWING!
Als de waarschuwingslampjes
REMSYSTEEM en ABS tegelijkertijd
oplichten, bestaat het gevaar dat de
achtertrein bij krachtig remmen gaat
slippen.
Gordelwaarschuwing
Het lampje brandt, zolang de
bestuurder en de voorpassagier de
gordel niet hebben omgedaan.
Instrumenten, schakelaars en bediening
Te lage oliedruk
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht, is de druk van de motorolie
te laag. Zet de motor onmiddellijk af
en controleer het motoroliepeil. Als
het lampje oplicht terwijl het oliepeil in orde
is, moet u de auto tot stilstand brengen en
contact opnemen met een erkende Volvo-
werkplaats.
Storing in uitlaatgasreinigings-
systeem
Neem contact op met een erkende
Volvo-werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Storing in SRS-systeem
Als het waarschuwingslampje voor
het SRS-systeem oplicht, is er een
storing in het SRS-systeem geregis-
treerd. Rijd de auto naar een
erkende Volvo-werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Dynamo laadt niet bij
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht, is er waarschijnlijk sprake
van een storing in het elektrisch
systeem. Breng een bezoek aan een erkende
Volvo-werkplaats.
Voorgloeifunctie motor (diesel)
Het lampje licht op wanneer de
voorgloeifunctie van de motor actief
is. Wanneer het lampje dooft, kunt u
de motor starten. Geldt alleen voor dieselmo-
dellen.
45