Starten en rijden
Motor starten
BELANGRIJK!
Als het filter helemaal volzit met
roetdeeltjes kan de motor startproblemen
vertonen en heeft het filter geen functie
meer. U moet het filter dan vervangen.
Contactsleutels en elektronische
startblokkering
Laat de contactsleutel nooit samen met
andere sleutels of metalen voorwerpen aan
dezelfde sleutel bos hangen. Als u dat wel
doet, kan de elektronische startblokkering
per ongeluk worden geactiveerd. Als dat
gebeurt, moet u de andere sleutels van de
sleutelbos halen en de motor opnieuw
starten.
Laat de motor meteen na een koude start
nooit op te hoge toeren draaien! Neem
contact op met een Volvo-werkplaats, als de
motor niet aanslaat of overslaat.
WAARSCHUWING!
Schakel nooit tijdens het rijden het
contact uit (sleutel in stand 0 of 1) en
neem de contactsleutel evenmin uit het
contactslot. U loopt dan het gevaar dat
het stuurslot wordt geactiveerd, waarbij
de auto onbestuurbaar wordt.
Neem bij het verlaten van de auto altijd de
contactsleutel uit het contactslot. Dit geldt
in het bijzonder wanneer er kinderen in de
auto achterblijven.
116
Contact- en stuurslot
0 – Blokkeerstand
Het stuurslot blokkeert het
stuurwiel, wanneer u de
sleutel uitneemt.
I – Tussenstand,
"radiostand"
Sommige onderdelen van
het elektrisch systeem
kunnen worden
ingeschakeld. Het elektrisch
systeem van de motor is echter uitge-
schakeld.
II – Rijstand
De stand waarin de contact-
sleutel tijdens het rijden
staat. Het complete
elektrisch systeem van de
auto is ingeschakeld.
III – Startstand
De startmotor wordt
ingeschakeld. Wanneer u
nadat de motor is aange-
slagen de sleutel loslaat,
veert deze automatisch
terug in de rijstand. Als het u moeite kost om
de sleutel om te draaien, kan het zijn dat de
stand van de voorwielen voor spanningen in
het stuurslot zorgt. Draai de contactsleutel in
dat geval om, terwijl u het stuurwiel heen en
weer draait.
Automatisch starten (V8 met AWD)
Met de functie Automatisch starten hoeft i de
contactsleutel niet langer in de startstand
(stand III) vast te houden totdat de motor is
aangeslagen. Draai de contactsleutel naar de
startstand en laat de sleutel weer los. De
startmotor blijft vervolgens automatisch (tot
tien seconden lang) draaien totdat de motor
is aangeslagen.
N.B. Zorg dat het stuurwiel geblokkeerd is,
wanneer u de auto verlaat. Zo beperkt u de
kans op diefstal.