Klimaatregeling
Standverwarming (optie)
Algemene informatie
Voordat u de standverwarming kunt program-
meren, moet het elektrisch systeem worden
"gewekt".
Dat doet u het eenvoudigst door:
• op de knop READ te drukken, of
• grootlichtsignalen te geven, of
• het contact in te schakelen.
U kunt de standverwarming meteen inscha-
kelen of twee verschillende uitschakeltijden
voor de standverwarming instellen: TIMER 1
en TIMER 2. Onder de uitschakeltijd wordt
het tijdstip verstaan waarop de auto op de
gewenste temperatuur is.
De elektronica van de auto rekent aan de
hand van de buitentemperatuur zelf uit,
76
wanneer de standverwarming moet worden
ingeschakeld om de ingestelde uitschakeltijd
te kunnen halen. Bij een buitentemperatuur
hoger dan 25 °C vindt er geen activering van
de standverwarming plaats. Bij temperaturen
van –10 °C en lager is de maximale bedrijf-
stijd van de standverwarming 60 minuten.
Als de standverwarming ondanks herhaalde
startpogingen niet aanslaat, wordt u geadvi-
seerd contact op te nemen met een erkende
Volvo-werkplaats. Er verschijnt een bericht
op het display.
WAARSCHUWING!
• Schakel voor het tanken de standver-
warming op brandstof uit. Gemorste
brandstof kan door de hete uitlaatgassen
ontvlammen.
• Controleer op het informatiedisplay of
de verwarming uit is. (Als de standver-
warming werkt, verschijnt er
PARK.VERW AAN op het display.)
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van de standverwarming op
benzine of dieselolie moet de auto in de
buitenlucht staan.
Waarschuwingssticker op de tankvulklep
Displaymelding
Wanneer u de geprogrammeerde functies
TIMER 1, TIMER 2 en Directe start activeert,
brandt het oranje waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel. Op het display
verschijnt bovendien een verklarende tekst.
Wanneer u de auto verlaat, ontvangt u een
bericht met de status van de standver-
warming.
Op een helling parkeren
Wanneer u de auto op een steile helling
parkeert, moet u ervoor zorgen dat de
voorkant naar de top van de helling wijst. De
standverwarming krijgt dan voldoende
brandstof.