Kinderen en veiligheid
Kinderen moeten comfortabel en
veilig zitten
De plaats van het kind in de auto en de
vereiste uitrusting is afhankelijk van het
gewicht en de lengte van het kind (zie
pagina 30 voor meer informatie).
Kinderen die kleiner zijn dan 1,50 m dienen in
een passend kinderzitje te worden vervoerd.
N.B. De wettelijke bepalingen voor het
vervoer van kinderen in de auto verschillen
van land tot land. Ga na welke regels er in uw
land van kracht zijn.
Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen
altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot
zitten.
De veiligheidsuitrusting voor kinderen die
Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in
uw auto. Door het gebruik van originele
Volvo-onderdelen bent u er zeker van dat de
bevestigingspunten en bevestigingsonder-
delen op de juiste wijze zijn aangebracht en
sterk genoeg zijn.
Het volgende kan worden gebruikt:
• een kinderzitje op de passagiersstoel,
mits de airbag aan de passagierszijde
1
gedeactiveerd is
.
• een achterstevoren gemonteerd kinder-
zitje op de achterbank dat tegen de
rugleuning van de voorstoel steunt.
1.
Zie pagina17 voor informatie over
een geactiveerde/gedeactiveerde
airbag (SRS).
Kinderzitje en gordelwaar-
schuwing
Als u een baby- of kinderzitje (achterste-
voren) op de passagiersstoel hebt aange-
bracht en met de aanwezige
veiligheidsgordel hebt vastgezet, wordt er
niet altijd een gordelwaarschuwing gegeven.
Controleer daarom altijd of de gordel goed in
de sluiting steekt, voordat u wegrijdt!
Veiligheid
27