Instrumenten, schakelaars en bediening
Rechter stuurhendel
Werking wisser-/sproeiersysteem, voorruit
Ruitenwissers
Ruitenwissers uitgeschakeld.
Wanneer u de hendel vanuit stand 0
omhoogduwt, maken de wissers
slagen zolang u de hendel vasthoudt.
Intervalstand
U kunt de snelheid van de wissers in
de intervalstand bijstellen. Wanneer
u de ring (1) rechtsom draait, neemt het
aantal wisserslagen per eenheid van tijd toe.
Wanneer u de ring linksom draait, neemt het
aantal wisserslagen per eenheid van tijd af.
De wissers werken op normale
snelheid.
54
De wissers werken op hoge
snelheid.
BELANGRIJK!
Sproei een royale hoeveelheid ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit wanneer
de ruitenwissers werken. De voorruit
moet nat zijn bij gebruik van de
ruitenwissers.
Regensensor (optie)
De regensensor registreert de hoeveelheid
regen op de voorruit en activeert automatisch
de ruitenwissers op de voorruit. De gevoe-
ligheid van de regensensor is in te stellen met
de ring (1).
– Draai de ring rechtsom voor een grotere
gevoeligheid en linksom voor een lagere
gevoeligheid (de wissers maken een extra
slag, als u de ring rechtsom draait).
Aan/Uit
Als u de regensensor activeert, moet de
contactsleutel in stand I of II staan en de
hendel van de ruitenwissers in stand 0.
U activeert u de regensensor door:
– op de knop (2) te drukken. De LED in de
knop gaat branden om aan te geven dat
de regensensor actief is.
U schakelt de regensensor op een van de
volgende manieren weer uit:
– druk op de knop (2); of
– haal de hendel omlaag naar een ander
wisprogramma. Als u de hendel
omhoogduwt, blijft de regensensor actief.
De wissers maken een extra slag en keren
terug naar de regensensorstand, wanneer
u de hendel laat terugveren naar stand 0.
De regensensor wordt automatisch uitge-
schakeld, wanneer u de sleutel uit het
contactslot neemt of vijf minuten nadat u de
auto van het contact hebt gezet.
BELANGRIJK!
In automatische wasstraten:
Schakel de regensensor uit door op
knop (2) te drukken, terwijl de contact-
sleutel in stand I of II staat. De ruiten-
wissers kunnen anders in beweging
komen en daarbij beschadigd raken.