Wielen en banden
Gevarendriehoek en reservewiel
Gevarendriehoek (bepaalde
landen)
Houd u aan de bepalingen die gelden voor
het gebruik van gevarendriehoeken in uw
land.
Gebruik de gevarendriehoek als volgt:
– Haal de opberghoes met de gevaren-
driehoek los. De hoes zit met klittenband
vast.
– Haal de gevarendriehoek uit de hoes (A).
– Klap de vier steunpootjes van de gevaren-
driehoek uit.
– Klap de beide rode driehoekszijden uit.
Zet de gevarendriehoek op een geschikt
152
punt achter de auto neer om het achter-
opkomend verkeer tijdig te waarschuwen.
Doe het volgende na gebruik:
– Berg de onderdelen in de omgekeerde
volgorde weer op.
Zorg dat de opberghoes met de gevaren-
driehoek goed vastzit in de bagageruimte.
Reservewiel "Temporary Spare"
U mag het compacte reservewiel
gebruiken gedurende de korte tijd die nodig
is om het normale wiel te repareren of te
vervangen. Gebruik zo spoedig mogelijk
weer een normaal wiel. Het rijgedrag van de
auto kan zich wijzigen bij het gebruik van een
compact reservewiel.
Rijd nooit sneller dan 80 km/h bij gebruik van
een compact reservewiel.
Volgens de wet mag het reservewiel/de band
alleen tijdelijk worden gebruikt, wanneer een
band beschadigd is. Een wiel/band van dit
type moet daarom zo spoedig mogelijk door
een normaal wiel/normale band worden
vervangen.
Let er ook op dat het compacte reservewiel in
combinatie met normale wielen of banden
wijzigingen in de rijeigenschappen kan
veroorzaken. Bij modellen met vierwie-
1.
Bepaalde varianten en markten
laandrijving kan overschrijding van deze
snelheid bovendien aanleiding geven tot
schade aan de aandrijflijn.
BELANGRIJK!
Rijd nooit met meer dan één compact
reservewiel (Temporary Spare) tegelijk.
1
alleen