Starten en rijden
Parkeerhulp (optie)
Parkeerhulp uitschakelen/
opnieuw inschakelen
U kunt de parkeerhulp uitschakelen met de
knop op het schakelaarpaneel, waarna de
LED in de schakelaar dooft. De parkeerhulp
is weer actief, wanneer u nogmaals op de
schakelaar drukt en de LED brandt.
Parkeerhulp voorzijde
De parkeerhulpsensor aan voorzijde is actief
bij snelheden tot 15 km/h, ook tijdens het
achteruitrijden. De geluidssignaal komen uit
de luidspreker voorin.
Parkeerhulp achterzijde
De parkeerhulpsensoren aan de achterzijde
worden geactiveerd bij het inschakelen van
126
de achteruitversnelling. De geluidssignalen
komen uit de luidspreker achterin.
Aanduiding voor systeemsto-
ringen
Het informatielampje brandt
continu
PARK.HULP SERVICE VEREIST
verschijnt op het informatiedisplay in
het midden van het instrumentenpaneel.
Sensoren voor parkeerhulp
Sensoren schoonmaken
De sensoren werken alleen naar behoren,
wanneer u ze regelmatig schoonmaakt.
Reinig ze met water en autoshampoo.
De sensoren kunnen reageren op een laag
sneeuw en ijs.
BELANGRIJK!
In bepaalde omstandigheden kan het
parkeerhulpsysteem vals alarm geven
doordat externe geluidsbronnen dezelfde
ultrasone geluidsfrequenties afgeven als
die waar het systeem mee werkt.
Voorbeelden daarvan zijn onder meer
claxons, natte banden op asfalt, lucht-
drukremmen, uitlaten van motorfietsen.
Het fenomeen is geen teken van een
storing in het systeem.