RIJDEN MET UW VOERTUIG
is geërodeerd tot een steile, scherpe piek. Het voertuig kan dergelijke
helling probleemloos aan, maar wanneer de voorkant van het voertuig
zo ver omhoog komt dat het evenwicht naar achter verschuift, kan het
voertuig kantelen.
Dat kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis
op de grond te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een
andere route. Houd daarbij rekening met de risico's van dwars op een
helling rijden. Zie DWARS OP EEN HELLING RIJDEN hieronder.
B B e e r r g g a a f f r r i i j j d d e e n n
1 1 - - U U P P - - m m o o d d e e l l l l e e n n
Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren. Blijf zitten Rem geleide-
lijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden "rollen" op uitsluitend
de motorcompressie of in neutraal.
Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het
voertuig gaan "schuiven". Houd een constante snelheid aan en/of ver-
snel iets om het voertuig opnieuw onder controle te krijgen. Probeer
steile hellingen te vermijden. Als u niet voorzichtig bent, kunt u omkan-
telen als u heuvelop gaat.
2 2 - - U U P P - - m m o o d d e e l l l l e e n n
62
Veiligheidsinformatie