– Ga zitten op de speciale passagiersstoel.
– Houd uw beide handen altijd aan de handvaten en uw voeten op de voetsteu-
nen, terwijl het voertuig rijdt. Houd u nooit vast aan de bestuurder.
– Sta nooit recht terwijl het voertuig rijdt. Door teveel beweging kan het voertuig
oncontroleerbaar worden.
– Let op de bewegingen van de bestuurder en het voertuig.
– Wanneer u zich om een of andere reden ongemakkelijk of onzeker voelt, wacht
dan niet af en vraag de bestuurder om te vertragen of te stoppen.
________
VEILIGHEIDS-INFORMATIE
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
_______
15