Download Print deze pagina

BRP cam-am OUTLANDER 500 2013 Gebruikershandleiding pagina 16

Advertenties

BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
– Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken.
– Houd steeds de juiste bandenspanning aan. Wanneer u de banden vervangt,
mag u alleen de aanbevolen bandenmaat en type gebruiken. Zie het hoofdstuk
SPECIFICATIES
– Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen
oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken
blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden.
Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als het met zijn volle gewicht op u valt
kunt u gewond raken.
– Dit voertuig dient niet om te springen. Het is ook niet in staat de energie op te
vangen die vrijkomt bij manoeuvres zoals springen en die mogelijk op u, de be-
stuurder, zal worden overgebracht. Als u op twee wielen probeert te rijden kan
uw voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg gevaar-
lijk voor u en uw passagier (2-UP-modellen) en moeten tot elke prijs worden ver-
meden.
– De banden van dit voertuig zijn niet geschikt om op verharde wegen te rijden.
2-UP-modellen
De bestuurder moet:
– Niet vergeten dat hij/zij verantwoordelijk is voor de veiligheid van de passagier.
– Informeer de passagier over de basisregels voor een veilige rit.
– Instrueer de passagier om de veiligheidslabels van het voertuig te lezen.
– Oefen altijd de manoeuvres die in deze Gebruikershandleiding worden beschre-
ven zonder passagier. Met een passagier is het nodig om meer vaardigheid op
te doen.
– Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op
de besturing en de stabiliteit van uw voertuig. Neem voorzichtig gas terug.
Wees voorzichtig. Indien u twijfelt, probeer het dan niet en laat de passagier
afstappen voor u een manoevre probeert.
– Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt is de remafstand langer. Voorzie
een langere remafstand.
– Als de passagiersstoel op een 2-UP model niet correct is geïnstalleerd, mag een
passagier nooit worden meegenomen.
– Neem nooit meer dan één (1) passagier mee. Sta niet toe dat een passagier er-
gens anders zit dan op de speciale passagiersstoel.
– Vervoer nooit een passagier indien u vindt dat hij/zij onvoldoende in staat is zich
te concentreren op de omstandigheden op het terrein en zich hieraan aan te pas-
sen.
– Vervoer nooit een passagier die onder invloed van drugs of alcohol is of die
zich moe of ziek voelt. Dit vertraagt de reactiesnelheid en vertroebelt het
inschattingsvermogen.
De passagier moet:
– Minstens 12 jaar zijn en in staat zijn om zijn voeten op de voetsteunen te zetten
en met zijn handen de handgrepen vast te houden terwijl hij op dit voertuig zit.
– Rijd nooit met dit voertuig zonder een goed passende, goedgekeurde helm
(met kinbeschermer) op. De passagier moet altijd oogbescherming (bril of
gelaatsscherm), handschoenen, laarzen, een hemd of jack met lange mouwen
en een lange broek dragen.
_______
14
in deze handleiding voor meer informatie over de banden.
VEILIGHEIDS-INFORMATIE
_______

Advertenties

loading