ONDERHOUDSSCHEMA
Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat
te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud.
Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema.
Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver-
trek uitvoeren.
Als het voertuig niet behoorlijk volgens het onderhoudsprogramma en de
onderhoudsprocedures wordt onderhouden kan dat rijden op het voertuig
onveilig maken.
ELKE 750 KM OF 25 BEDRIJFSUREN (gelijk welk het eerste plaatsvindt)
Onder stoffige omstandigheden: inspecteer en reinig (of vervang indien nodig) het luchtfilter van de motor
en het olieschuimfilter Pleeg vaker onderhoud indien nodig in stoffige omstandigheden
Onder stoffige omstandigheden: inspecteer en reinig het CVT-luchtfilter (800R/1000) Pleeg vaker
onderhoud indien nodig in stoffige omstandigheden
Controleer het remvloeistofpeil
Inspecteer de remblokken
Draai de wielmoeren aan
Inspecteer de manchetten en beschermers van de aandrijfas
Inspecteer de toestand van de trekhaak
Inspecteer de werking van de stoelvergrendeling
Inspecteer de vergrendeling van het opbergvak achteraan
ELKE 500 KM OF 50 BEDRIJFSUREN (gelijk welk het eerste plaatsvindt)
Inspecteer, regel en smeer de gaskabel
Vervang de motorluchtfilter (normale rijomstandigheden)
Inspecteer en reinig het CVT-luchtfilter (800R/1000) (normale rijomstandigheden)
Controleer de toestand van de accu
Inspecteer het oliepeil van het voordifferentieel/achterwielaandrijving
Inspecteer de toestand van de aandrijfasverbinding
Inspecteer de toestand van de voorste/achterste cardanasverbindingen
Smeer de achterste cardanasverbindingen
Inspecteer de uiteinden van de trekstang en de kogelgewrichten
Inspecteer de schokdempers
Inspecteer en smeer de voorwieldraagarmen
Smeer de sferische lagers van de schokdempers (XT-P model)
Inspecteer en smeer de verbindingsbussen van de stabilisatorstang achter
______________
116
WAARSCHUWING