Inhoudsopgave
Advertenties
Rijden en bediening
Rijtips ........................................... 93
Starten en bediening ................... 93
Uitlaatgassen ............................... 95
versnellingsbak ............................ 98
Remmen .................................... 102
Rijregelsystemen ....................... 103
Cruise control ............................. 105
Obstakeldetectiesystemen ........ 109
Brandstof ................................... 110
Trekken ...................................... 114
Rijtips
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Stuurbekrachtiging
Stuurwiel nooit volledig in een van de
eindstanden draaien, wanneer de
auto stilstaat: daarbij kan de stuur-
pomp beschadigd raken.
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
De eerste paar ritten tijdens de inrij-
periode en ook na het aanbrengen
van nieuwe remblokken niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens het inrijden kunnen het brand-
stof- en motorolieverbruik hoger zijn
en wordt het roetfilter wellicht vaker
gereinigd.
Roetfilter 3 95.
93
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
