Bandenreparatieset
Lichte beschadigingen van de loop‐
vlakken en de zijwanden van de ban‐
den kunnen met de bandenreparatie‐
set worden verholpen.
Vreemde voorwerpen niet uit de ban‐
den verwijderen.
Beschadigingen die groter zijn dan
4 mm of in de bandwang dichtbij de
velg zitten, kunnen niet met de ban‐
denreparatieset worden verholpen.
9 Waarschuwing
Niet sneller rijden dan 80 km/u.
Niet langdurig gebruiken.
Stuur- en rijgedrag worden moge‐
lijk beïnvloed.
Bij een lekke band:
Handrem aantrekken, eerste versnel‐
ling of achteruitversnelling inschake‐
len.
De bandenreparatieset zit onder de
voorstoel.
1. Compressor uit de bandenrepara‐
tieset halen.
2. Voedingskabel en de luchtslang
uit de vakken aan de onderkant
van de compressor halen.
Verzorging van de auto
3. Schroef de compressorluchtslang
op de koppeling van de fles af‐
dichtmiddel.
4. Zet de fles afdichtmiddel in de
houder op de compressor.
Plaats de compressor dichtbij de
band, zodanig dat de fles afdicht‐
middel rechtop staat.
5. Ventieldop van defecte band los‐
schroeven.
135