34
Stoelen, veiligheidssystemen
Hoofdsteun verwijderen
Om de hoofdsteunen te verwijderen
aan de pal trekken en de hoofdsteun
omhoogtrekken.
Hoofdsteunen veilig opbergen in de
laadruimte. Bij verwijderde hoofd‐
steunen niemand op de desbetref‐
fende zitplaatsen vervoeren.
Voorstoelen
Stoelpositie
9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
■ Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de
rugleuning zitten. De afstand tot de
pedalen zo instellen dat de benen
bij het intrappen van de pedalen
licht gebogen zijn. De passagiers‐
stoel voor zo ver mogelijk naar ach‐
teren schuiven.
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐
gen de rugleuning zitten. De hoek
van de rugleuning zo instellen dat
u het stuurwiel met licht gebogen
armen kunt vastpakken. Bij het ver‐
draaien van het stuurwiel, contact
blijven houden tussen schouders
en rugleuning. De rugleuning mag
niet te ver achteroverhellen. De
aanbevolen hellingshoek bedraagt
maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 60.
■ Zithoogte zo instellen, dat
u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐
zen. Tussen hoofd en dakframe
moet minstens een handbreed tus‐
senruimte zitten. De dijen moeten
licht op de zitting rusten, zonder
druk uit te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 33.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen
3 41.
■ Lendensteun zodanig afstellen dat
deze de natuurlijke vorm van de
ruggengraat ondersteunen 3 35.