64
Instrumenten en bedieningsorganen
Elektrische aansluitingen
Er zitten 12 V-aansluitingen op het in‐
strumentenbord en achter in de auto.
Bij aansluiting van elektrische acces‐
soires terwijl de motor stilstaat, raakt
de accu ontladen. Het maximaal op‐
genomen vermogen mag niet meer
bedragen dan 120 watt. Geen acces‐
soires aansluiten die stroom leveren,
zoals bijv. laadtoestellen of accu's.
Aangesloten elektrische accessoires
moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
voorschriften die zijn vastgelegd in
DIN VDE 40 839.
Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals bijv. laadtoe‐
stellen of accu's.
Voorzichtig
Aansluitbus niet beschadigen
door het gebruik van ongeschikte
stekkers.
Aansteker
Er zit een aansteker in het instrumen‐
tenpaneel.
Aansteker induwen. Zodra de spiraal
gloeit, wordt de aansteker automa‐
tisch uitgeschakeld. Aansteker uit‐
trekken.
Asbakken
Voorzichtig
Alleen voor as en niet voor brand‐
baar afval.