Alternatieve kwaliteiten als
GM-LL-A-025 of GM-LL-B-025 niet
beschikbaar zijn:
ACEA A3/B3 = Benzinemotoren
ACEA A3/B4 = Dieselmotoren zon‐
der DPF
ACEA C3
= Dieselmotoren met
DPF
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan
de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Gebruik geen motorolie van alleen
kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen
A5/B5, aangezien deze onder be‐
paalde omstandigheden langdurige
motorschade kan veroorzaken.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeit
Voor dieselmotoren SAE-viscositeit
0W-30, 0W-40, 5W-30 of 5W-40 ge‐
bruiken.
Voor benzinemotoren SAE-viscositeit
0W-30, 0W-40, 5W-30, 5W-40 of
10W-40 gebruiken.
De SAE-viscositeit geeft het vloeiver‐
mogen van een olie aan. Koude olie
is dikker dan warme.
Multigrade-olie wordt aangeduid met
twee getallen. Het eerste getal, ge‐
volgd door een W, geeft de viscositeit
aan bij lage temperaturen en het
tweede getal de viscositeit bij hoge
temperaturen.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐
temperatuur.
■ tot -25 °C:
SAE 5W-30 of SAE 5W-40
■ onder -25 °C:
SAE 0W-30 of SAE 0W-40
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐
life-koelvloeistof (LLC) gebruiken.
Service en onderhoud
Het systeem wordt af fabriek gevuld
met koelvloeistof die een uitstekende
corrosiebescherming biedt en vorst‐
bestendig is tot ca. –28 °C. Deze con‐
centratie het gehele jaar in stand hou‐
den.
Extra koelvloeistofadditieven die be‐
doeld zijn om extra corrosiebesten‐
digheid te bieden of om kleine lekken
te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Gebruik alleen DOT4-remvloeistof.
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐
stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
Remvloeistof moet worden opgesla‐
gen in een afgesloten verpakking om
absorptie van vocht tegen te gaan.
Verontreiniging van de remvloeistof
voorkomen.
151