Claxon
j indrukken.
De claxon klinkt ongeachte de stand
van de contactschakelaar.
Knoppen op stuurkolom
Bepaalde functies van het infotain‐
ment-systeem kunnen ook via de
toetsen op de stuurkolom worden be‐
diend.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainment-systeem.
Instrumenten en bedieningsorganen
Voorruitwissers/-sproeiers
Voorruitwissers
K = intervalschakeling
1
= langzaam
2
= snel
Niet inschakelen wanneer de voorruit
bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Automatische wisfunctie met
regensensor
K = automatische wisfunctie met
regensensor
De regensensor registreert de hoe‐
veelheid neerslag op de voorruit en
stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwissers aan.
Bij het starten van de motor moet de
automatische wisfunctie opnieuw
worden geselecteerd.
61