Download Print deze pagina

Nikon Df Gebruikershandleiding pagina 95

Advertenties

V
Belichting
Lichtmeting
Lichtmeting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Optie
Matrix: produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties. De
camera meet een breed veld van het beeld en stelt de belichting in
volgens de verdeling van toonwaarden, kleur, compositie en, met
objectieven type G, E en D (0 320), afstandsinformatie (3D-
kleurenmatrixmeting II; met andere CPU-objectieven gebruikt de
a
camera kleurenmatrixmeting II, waarbij 3D-afstandsinformatie niet is
inbegrepen). Met objectieven zonder CPU gebruikt de camera
kleurenmatrixmeting als de brandpuntsafstand en het maximale
diafragma zijn gespecificeerd met behulp van de optie Objectief
zonder CPU in het instellingenmenu (0 164); anders gebruikt de
camera centrumgerichte meting.
Centrumgericht: de camera meet het gehele beeld maar wijst de
grootste waarde toe aan het middelste veld (als er een CPU-objectief
is bevestigd, kan de grootte van het meetveld worden geselecteerd
met behulp van Persoonlijke instelling b1, Centrumgericht
Z
meetveld, 0 250; als er een objectief zonder CPU is bevestigd, is de
diameter van het meetveld 12 mm). Klassieke meter voor portretten;
aanbevolen bij het gebruik van filters met een belichtingsfactor
(filterfactor) van meer dan 1×.
Spot: de camera meet een cirkel met een diameter van 4 mm (circa
1,5% van het beeld). De cirkel wordt op het huidige scherpstelpunt
gecentreerd, waardoor het mogelijk is onderwerpen buiten het
b
centrum te meten (als een objectief zonder CPU wordt gebruikt of als
automatisch veld-AF in werking is, meet de camera het middelste
scherpstelpunt). Zorgt ervoor dat het onderwerp correct belicht
wordt, ook als de achtergrond veel helderder of donkerder is.
Beschrijving
Z
75

Advertenties

loading