A
Studioflitslicht
Automatische witbalans produceert mogelijk niet de gewenste resultaten
met grote studioflitsers. Gebruik voorinstelling witbalans of stel witbalans in
op Flitslicht en gebruik fijnafstelling om de witbalans aan te passen.
A
Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert volgens de kijker en
andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid
voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd met betrekking tot
de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht
met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een
kleurtemperatuur in de buurt van 5000–5500 K er wit uitzien, zien
lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilampen, er
enigszins geel of rood uit. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur
hebben een blauwe zweem. De witbalansopties van de camera zijn
aangepast aan de volgende kleurtemperaturen:
• I (natriumdamplampen): 2700 K
• J (gloeilamplicht)/
I (warm wit tl-licht): 3000 K
• I (wit tl-licht): 3700 K
• I (koel wit tl-licht): 4200 K
• I (dag wit tl-licht): 5000 K
• H (direct zonlicht): 5200 K
• N (flitslicht): 5400 K
• G (bewolkt): 6000 K
• I (daglicht tl-licht): 6500 K
• I (kwikdamp op hoge temp.):
7200 K
• M (schaduw): 8000 K
r
83